Familie van Pinxteren - en vele anderen...

Herbaren II van der Lede (Langerak c.1205 - voor 1258) was heer van Ter Leede en vanaf 1234 heer van Arkel (Arcelo) en het omringende land. Hij wordt op de volgende manieren genoemd; Herbaren II van der Leede (Herbertus, Harbertus; De Leide, De Leda, De Ledhe, Van der Lede) in diversen kronieken. <p> </p> <p>Hij was een zoon van Floris Herbaren van der Lede, die de heerlijkheid Lede bezat (nabij het hedendaagse Leerdam).</p> <p> </p> <p>Herbaren ging zich tussen 1243 en 1253 heer van Arkel noemen en liet zijn domein Ter Leede na aan zijn jongere broer Jan. Hiermee werd Herbaren de stamvader van het huis Arkel.</p> <p> </p> <p>In 1227 wordt Herbaren geridderd (wordt genoemd onder de 'Nobilis')[1], en neemt met de Utrechtse bisschop Otto van Lippe deel aan de Slag bij Ane, de slag verloopt dramatisch maar Herbaren weet te ontkomen. In 1230 krijgt hij het leengoed Heukelom toegewezen en werd hij ook genoemd als heer van Liesveld en Nieuwpoort[2]. In 1251 is hij betrokken bij ontginningswerk in de Alblasserwaard en Krimpenerwaard om het land van Arkel uit te breiden. <p> </p> <p>Herbaren huwde met Aleid of Alveradis van Heusden of Mabelia van Cuyk[3] (hij is mogelijk meerdere keren getrouwd geweest) en zij kregen vijf kinderen:</p> <p> Jan van Arkel (ca. 1233 - Gorinchem, 15 mei 1272) heer van Arkel vanaf 1253 tot 1272</p> <p> Herbaren, heer van den Berghe</p> <p> Otto, heer van Heukelom en Asperen. Hij had twee zoons en een dochter:</p> <p> Jan</p> <p> Herbaren</p> <p> Mabelia. Zij trouwde met Willem de Cock van Weerdenburg (1275-1318) heer van Weerdenburg.</p> <p> Mabilia</p> <p> Mabel, huwde mogelijk met een neef uit het geslacht van der Lede</p> <p></p>

<p>Notitie voor: Herbaren II Van Arkel Van Der Lede</p><p>Heer van Arkel Van Der Lede, ridder in 1227 vermeld onder de "nobilis" toen hij met Otto II Van Der Lippe, bisschop van Utrecht (1216-1227), streed in de slag bij de Ane. In 1226 is een vete ontstaan tussen heer Rudolf van Koevorden en de Groningse burggraaf Egbert, beiden vazallen van Utrecht. Het lukte de bisschop niet beide heren te verzoenen. Evenmin slaagde hij erin tienden van de Drentse boeren te innen. Heer Rudolf jaagt Egbert Groneningen uit, maar deze weet op zijn beurt met bevriende Friezen Rudolf te verjagen. Niet lang daarna komt Rudolf terug met een leger Drenten om Groningen te belegeren. Ten einde raad vraagt de burggraaf de bisschop om hulp. Deze roept daarop in 1226 diverse edelen op om het oproer neer te slaan en hun macht aan de boeren te laten zien. De graven van Holland, Gelre, Bentheim en Kleef bieden de helpende hand, alsmede de heer van Amstel. Ook Herbaren II doet mee. In de zomer van 1226 verzamelt zich een grote strijdmacht bij het kasteel Heekeren bij Goor. Aanvoerder wordt heer Rudolf van Goor, een reus van een kerel. In de zomer van 1227 trekt de uitgelezen ridderschaar Drente binnen om dat troepje armzalige boeren een lesje te leren. Ondertussen wacht heer Rudolf van Koevorden met zijn legertje rustig af. Hij kent het terrein en lokt de geallieerde ridders steeds verder het moeras in. Op 27 Jul 1227 loopt het zwaar bepantserde ridderleger bij het Overijsselse riviertje de Ane vast in het drassige terrein. De paarden kunnen niet meer voor of achteruit. Heer Rudolf acht de tijd rijp om toe te slaan. Het ridderleger wordt in de pan gehakt door de boerensoldaten van Koevorden. Zo'n vijfhonderd ridders verliezen het leven. De bisschop van Utrecht wordt vermoord door hem voorover in de modder te laten stikken. Zijn geschoren kruin wordt als trofee gevild. Herbaren overleefd de slachting. Hij wordt nog vermeld in 1241 en in 1243 toen hij goederen van het domkapittel te Heukelum ontving. </p>Zijn huwelijk is niet 100% zeker. Het kan ook zijn dat hij gehuwd was met Alveradis Van Heuden, een zuster van Aleida en weduwe van de heer Van Brederode.