Otto I de Grote, 912973 (leeftijd 60 jaar)

Naam
Otto I /de Grote/
Voornamen
Otto I
Achternaam
de Grote
Geboren 23 november 912 36
HuwelijkAdelheid De Heilige (van Italie)Bekijk dit gezin

Geboorte van een zoonOtto II
955 (leeftijd 42 jaar)

Geboorte van een dochterRichlinde

Geboorte van een zoonHendrik

Geboorte van een zoonBruno

Overleden 7 mei 973 (leeftijd 60 jaar)
Begraven
Gezin met ouders
vader
876936
Geboren: 876 26
Overleden: 2 juli 936Memleben
moeder
Mathilde van ringelheim
Geboren: Memleben, Saksen
Overleden: Quedlinburg, Saksen
Huwelijk
Huwelijk:
hij zelf
Graf Otto I de Grote
912973
Geboren: 23 november 912 36Wallhausen (Saksen-Anhalt)
Overleden: 7 mei 973Memleben, Duitsland
13 maanden
jongere zus
913
Geboren: rond 913 37
Overleden: Reims
Gezin met Adelheid De Heilige (van Italie)
hij zelf
Graf Otto I de Grote
912973
Geboren: 23 november 912 36Wallhausen (Saksen-Anhalt)
Overleden: 7 mei 973Memleben, Duitsland
echtgenote
Adelheid van Italie.jpg
931999
Geboren: 931Orbe, Zwitserland
Overleden: 16 december 999Seltz, Frankrijk
Huwelijk
Huwelijk:
zoon
Keizer Otto II.jpg
955983
Geboren: 955 42 24
Overleden: 7 december 983Rome, Italie
dochter
1035
Geboren:
Overleden: 2 september 1035
zoon
zoon
BronGerritsen-Gijsberts
Gebeurtenis Smart Matching
    Rol 1500815
Details citaat:

Otto I de Grote

Gebeurtenis: Smart Matching
Rol: 1500815
Inschrijfdatum in originele bron: 31 augustus 2014
Tekst:

Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen

Kwaliteit van gegevens: primair bewijs
Notitie

Otto I de Grote (Wallhausen (Saksen-Anhalt), 23 november 912 - Memleben, 7 mei 973), zoon van Hendrik de Vogelaar en Mathilde van Ringelheim, was hertog van Saksen, koning van Duitsland, koning van Italië, en "de eerste van de Duitse vorsten die keizer van Italië werd genoemd" volgens Arnulf van Milaan.[1] Nadat Karel de Grote in 800 tot keizer werd gekroond, werd zijn rijk in de 9e eeuw onder zijn kleinzonen verdeeld en was de keizerlijke titel, na de moord op Berengarius I van Friuli in 924, bijna veertig jaar vacant, voordat Otto de Grote op 2 februari 962 tot keizer werd gekroond van wat later het Heilige Roomse Rijk zou worden genoemd. <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p>Inhoud</p> <p> [weergeven] </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p>[bewerken] Eerste jaren van zijn bewind, opstanden van de hertogen</p> <p> </p> <p>In 929 trad Otto in het huwelijk met de Engelse prinses Editha van Wessex, de halfzuster van de Angelsaksische koning Aethelstan. Bij deze gelegenheid schonk hij haar Maagdenburg als morgengave (bruidsschat). In 936 volgde Otto zijn vader op als koning van de Duitsers en hertog van Saksen. <p> </p> <p>[bewerken] Kroning</p> <p> </p> <p>Hij regelde dat zijn kroning gehouden werd in Aken, de voormalige hoofdstad van Karel de Grote. Daar werd hij op 7 augustus van dat jaar door aartsbisschop Hildebert van Mainz, de primaat van de Duitse kerk, tot koning gekroond in de Aula Regia van het Akener koningspalts. Volgens de Saksische historicus Widukind van Corvey werd hij op zijn kroningsbanket bediend door de vier andere hertogen van het rijk: de hertogen van Franken, Zwaben, Beieren en Lotharingen. Arnulf I van Beieren trad op als maarschalk (of opperstalmeester), Herman I van Zwaben als hoofdschenker, Everhard III van Franken als logistiek hoofd van de huishouding (of seneschalk), en Giselbert II van Maasgouw als kamerheer.[2] <p> </p> <p>[bewerken] Ambitie</p> <p> </p> <p>Vanaf het begin van zijn regeerperiode positioneerde hij zich als de opvolger van Karel de Grote, wiens directe lijn van opvolgers in Oost-Frankenland in 911 was uitgestorven. De Duitse kerk, met zijn machtige bisschoppen en abten, stond achter hem. Vanuit zijn machtspositie slaagde Otto er in de kerk voor zijn eigen agenda in te zetten. Hij gebruikte deze enige verenigende institutie in de Duitse landen om een instelling van theocratische keizerlijke macht te vestigen. De kerk bood rijkdom, militaire mankracht en haar monopolie in geletterdheid. In ruil bood de keizer de kerk bescherming tegen de edelen, de belofte van dotaties, en een weg naar de macht als zijn ministerialen. <p> </p> <p>De politiek van Otto was een radicale breuk met de politiek van zijn vader die zich naar de hertogen toe altijd als eerste onder zijn gelijken had opgesteld. Otto behandelde de hertogen duidelijk als zijn ondergeschikten. Otto maakte nog meer vijanden door het erfdeel van zijn halfbroer Thankmar en zijn broer Hendrik sterk te reduceren. Ook passeerde hij de zonen van de hoge Saksische adel bij benoemingen, ten gunste van zijn medestanders. <p> </p> <p>Otto had een grote meevaller toen in 938 in Rammelsberg in Saksen een rijke zilverader werd ontdekt. De opbrengsten stelden Otto in staat om tijdens zijn regeerperiode zijn militaire activiteiten te financieren; de vondst was zelfs zo groot dat een groot deel van het in Europa gebruikte zilver, koper en lood zo'n tweehonderd jaar uit Saksen kwam. <p> </p> <p>[bewerken] Opstanden</p> <p> </p> <p>Na de dood van Siegfried, graaf van Merseburg, 937, maakte Thankmar aanspraak op Merseburg. Otto benoemde echter, Gero, de broer van de gestorven Siegfried, als de nieuwe graaf van Merseburg.</p> <p> </p> <p>Na de dood van Arnulf I van Beieren in 938, weigerde zijn zoon Everhard om Otto hulde te betuigen omdat die hem niet wilde toestaan zelf bisschoppen te benoemen - een recht dat Arnulf wel had gehad. Otto reageerde met twee campagnes in 938, tijdens de lente en de herfst, versloeg Eberhard en verbande hem. Berthold I van Beieren, de broer van Arnulf, voorheen hertog van Karinthië werd de nieuwe hertog van Beieren. Berthold zag niet alleen af van het recht op de benoeming van bisschoppen maar gaf ook het gebruiksrecht van de koningsgoederen in Beieren op, dat Arnulf wel had gehad. <p> </p> <p>In datzelfde jaar kreeg Otto een conflict met Everhard III van Franken over diens juridische bevoegdheden. Everhard sloot een verbond met Thankmar en aantal ontevreden Saksische edelen onder leiding van Wichmann de Oudere. Zij begonnen een opstand met als doel om Thankmar tot koning uit te roepen. De opstandelingen veroverden Belecke en namen daar Otto's broer Hendrik gevangen. Daarna veroverden ze de historisch betekenisvolle Eresburg (nu in de stad Marsberg). Otto stuurde een groot leger naar de Eresburg en de aanblik van deze overmacht was voor de opstandelingen reden om zich over te geven. Thankmar vluchtte in de kerk en deed bij het altaar een beroep op de bescherming die vluchtelingen traditioneel in de kerk hadden. Desondanks werd hij ter plekke gedood, wat in de middeleeuwen als een heiligschennis werd gezien. De Saksische edelen verzoenden zich met Otto en Everhard werd kort gevangengezet maar daarna weer vrijgelaten.[3] <p> </p> <p>Direct na zijn vrijlating begon Everhard een nieuwe samenzwering, nu met Hendrik en Giselbert, de hertog van Lotharingen. Doel was nu om Hendrik tot koning uit te roepen. In 939 huldigde Giselbert Lodewijk IV van Frankrijk, in de hoop zijn steun te krijgen tegen Otto I. <p> </p> <p>Hendrik veroverde Merseburg, waarna hij opmarcheerde om zich in Lotharingen bij Giselbert aan te sluiten. Otto versloeg de opstandelingen echter bij Xanten. Hij belegerde ze vervolgens in het kasteel van Chevremont in de buurt van Luik. Hij was gedwongen om dit beleg af te breken om op te trekken tegen Lodewijk IV van Frankrijk, die intussen Verdun had bezet. Otto dreef Lodewijk terug naar zijn hoofdstad Laon. Otto belegerde vervolgens Everhard in het fort van Breisach am Rhein. Gedurende deze tijd sloot Frederik, aartsbisschop van Mainz, zich aan bij Hendrik en Giselbert in hun strijd tegen Otto. Giselbert en Everhard trokken plunderend rond door de bezittingen van aanhangers van Otto. Een leger, onder leiding van Konrad Kurzbold, de graaf van Nederlahngouw, en zijn neef Udo, graaf van de Wetterau en de Rijngouw, ontmoette het leger van de opstandige hertogen in de slag bij Andernach. Everhard werd in de strijd gedood en Giselbert verdronk in de Rijn. Hiermee was de strijd verlopen. Otto steunde Hugo de Grote en zijn bondgenoten in hun conflicten met Lodewijk IV. Hendrik werd door Otto tot hertog van Lotahringen benoemd maar moest die positie in 941 opgeven omdat hij niet in staat was zijn gezag als hertog te doen gelden. Hendrik zocht direct weer contact met mogelijke opstandelingen maar Otto en Hendrik verzoenden zich met elkaar dankzij de inspanningen van hun moeder, Mathilde van Ringelheim. Mathilde en Otto verzoenden zich ook met elkaar, Mathilde had namelijk steeds de zaak van Hendrik gesteund. Het volgende jaar trok Otto zich door bemiddeling van zijn zuster Gerberga van Saksen uit Frankrijk terug en erkende Lodewijk zijn heerschappij over Lotharingen. <p> </p> <p>[bewerken] Controle</p> <p> </p> <p>Om verdere opstanden te voorkomen, arrangeerde Otto het zo dat alle belangrijke hertogdommen binnen het Duitse rijk in handen kwamen van naaste familieleden. Het vacante hertogdom Franken behield hij als een leengoed, terwijl hij het hertogdom Lotharingen in 944 aan Koenraad de Rode, een neef van Koenraad I, toewees, die later zou trouwen met zijn dochter Liutgard. In 947, na de dood van Hertog Berthold, gaf hij het hertogdom Beieren in leen aan zijn broer Hendrik. Ondertussen arrangeerde hij voor zijn zoon Liudolf een huwelijk met Ida, de dochter van hertog Herman I van Zwaben. Het paar erfde het hertogdom na de dood van Herman I van Zwaben in 947. Een soortgelijke regeling leidde er toe dat Hendrik in 949 hertog van Beieren werd. <p> </p> <p>In 946 benoemde Otto Liudolf tot zijn opvolger.</p> <p> </p> <p>[bewerken] Buitenlandse politiek</p> <p> </p> <p>In 937 vestigde Otto een protectoraat over het koninkrijk Bourgondië en liet de minderjarige koning Koenraad van Bourgondië aan zijn hof verblijven.</p> <p> </p> <p>De verhouding met West-Francië werd bepaald door de rol van koning Lodewijk in de opstand van 939. Na de dood van hertog Giselbert had Lodewijk bovendien diens weduwe Gerberga getrouwd, Otto's zuster. Dit was zeer tegen de zin van Otto die haar aan Berthold van Beieren had willen uithuwelijken. Daarnaast was Otto's zuster Hedwig met Hugo de Grote getrouwd. Nadat Lodewijk zich onder druk van Otto uit Lotharingen had moeten terugtrekken, viel Otto diens koninkrijk binnen. Hugo de Grote, Herbert II van Vermandois en hun aanhangers, erkenden Otto als koning. Door bemiddeling van Gerberga werd in 942 te Visé echter een vrede gesloten waarbij Lodewijk zijn aanspraken op Lotharingen opgaf. In 945 kwam Otto Lodewijk te hulp tegen de Normandiërs en veroverde Reims voor Lodewijk. De belegering van Rouen was echter een grote mislukking.[4] In 948 was hij gastheer van de synode van Ingelheim die tot doel had om de twisten tussen Lodewijk en Hugo te beslechten. <p> </p> <p>De dood van Hendrik de Vogelaar was voor de Slavische stammen een signaal om tegen de keizerlijke macht in opstand te komen. In 936 kwamen de Redarii in opstand, maar deze opstand werd neergeslagen door Hermann Billung. In 937 voerden de Mayaren raids in Saksen uit, maar Otto wist deze af te slaan. Toen Otto in oorlog was met zijn vazallen, gebruikten de Magyaren deze gelegenheid voor nieuwe invallen in Duitsland, maar dit moesten zij met twee bloedige nederlagen in de Harz bekopen, eerst in de buurt van Stetternburg en daarna in de Drömling. In 944 vielen de Magyaren het rijk opnieuw binnen, maar nu werden zij in Karinthië door hertog Berthold verslagen. In 950 versloeg Hendrik I van Beieren de Magyaren toen deze Beieren binnenvielen. In 950 leidde Otto een expeditie naar Bohemen, waar hij als opperheerser werd erkend door hertog Boleslav I van Bohemen. <p> </p> <p>[bewerken] Italië, opstand van Liudolf, overwinning op de Hongaren</p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p>Manuscript voorstelling (ca. 1200) van Otto I die de overgave van Berengarius van Ivrea aanvaardt; de kop luidt Otto I Theutonicorum rex ("Otto de Eerste, koning van de Duitsers"). </p> <p>Al in 945 had Otto de machtige Italiaanse edelman Berengarius van Ivrea onderdak geboden toen zijn leven werd bedreigd door koning Hugo van Arles. Otto had Berengar gesteund om met een leger Itali�� binnen te vallen en de macht te grijpen, hoewel Hugo's zoon Lotharius van Arles formeel de koning was. <p> </p> <p>Bij de dood van Lotharius in 950, mogelijk door vergiftiging, riep Berengarius zichzelf uit tot koning. Hij probeerde om Adelheid, de weduwe van Lotharius, te laten trouwen met zijn zoon Adalbert om zo eigen positie en later die van zijn zoon, te legitimeren. Adelheid slaagde er echter in naar Canossa te vluchten en verzocht Duitse hulp. Om te profiteren van de situatie vielen Luidolf en Hendrik, onafhankelijk van elkaar, Noord-Italië binnen. Doordat ze vooral elkaar tegenwerkten, lukte het niet om Berengarius te onderwerpen. In 951 kwam Otto zelf naar Italië. Hij ontving het eerbetoon van de Italiaanse adel, nam de titel "Koning van de Lombarden" aan en liet zich, na een succesvolle belegering van Pavia, in navolging van Karel de Grote kronen tot 'koning van de Franken en Longobarden'. Liudolf voelde zich gebruuskeerd door het optreden van zijn vader en was toen al boos naar huis teruggekeerd. Ondertussen had Koenraad de Rode succesvol onderhandelingen gevoerd met Berengarius, die in 952 met zijn zoon Adalbert aan Otto een eed van trouw aflegde. Otto stond (volgens de overeenkomst) Berengarius toe om Italië als zijn vazal te regeren maar dwong hem wel om het strategische Verona en Aquileia af te staan. Dit verzekerde Otto van een veilige toegang tot de Po-vlakte. Maar deze bepaling maakte geen deel uit van de overeenkomst die door Koenraad was onderhandeld. En ook Koenraad was nu diep beledigd door Otto. In oktober 951 trouwde Otto (inmiddels al vijf jaar weduwnaar) in Pavia met Adelheid. <p> </p> <p>Nadat Adelheid hem een zoon had gebaard, vreesde Liudolf voor zijn positie als erfgenaam van Otto. In 953 kwam hij samen met Koenraad de Rode en Frederik, de aartsbisschop van Mainz in opstand. De bisschop was uit Otto's gunst omdat het hem niet gelukt was om Otto tot keizer te laten kronen. Otto wist snel Lotharingen te onderwerpen en benoemde zijn broer Bruno tot hertog, die al aartsbisschop van Keulen en aartskanselier en aartskapelaan van Otto was. Otto leed echter grote verliezen bij zijn aanvallen op Mainz en Regensburg. Koenraad en Liudolf maakten daarop echter een beslissende fout door een bondgenootschap aan te gaan met de Magyaren. Uitgebreide Magyaarse invallen in Zuid-Duitsland in 954 dwongen de Duitse edelen zich te herenigen. Op de Rijksdag van Auerstadt werden Koenraad en Liudolf ontdaan van hun titels en werd het gezag van Otto I hersteld. Koenraad en de bisschop van Mainz onderwierpen zich op de rijksdag aan Otto, en werden vergeven. Liudolf gaf het uitgehongerde Regensburg op in ruil voor een vrije aftocht. Korte tijd later onderwierp ook hij zich aan Otto, en werd door hem vergeven. <p> </p> <p>Toen de opstand was onderdrukt, was Otto in staat om op 10 augustus 955 de Magyaren bij de Lechveld een beslissende nederlaag toe te brengen. Na deze nederlaag waren de Magyaren niet meer in staat tot invallen in Beieren en Saksen. Twee maanden later, op 16 oktober 955, versloeg Hermann Billung, Otto's plaatsvervanger in Saksen, de Obodriten die de opstand van Liudolf hadden ondersteund. <p> </p> <p>Otto's positie in Duitsland stond na de slag op het Lechveld niet meer ter discussie.</p> <p> </p> <p>[bewerken] Onderwerping Italië, kroning tot keizer</p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p>Graf van Otto I in Magdeburg </p> <p>Ondertussen had Berengarius gebruikgemaakt van Otto's problemen in Duitsland om zich steeds onafhankelijker op te stellen. Ook had hij Verona en Aquileia weer bezet. Toen Berengarius in 960 het noorden van de Kerkelijke Staat bezette, vroeg paus Johannes XII Otto om hulp. Otto benoemde zijn jonge zoon Otto tot medekoning en vertrok naar Italië. Op 2 februari 962 werd hij in Rome, wederom naar voorbeeld van Karel de Grote, door de paus tot keizer gekroond. Zie Translatio imperii. Tien dagen later ratificeerden de paus en de keizer de Diploma Ottonianum, op grond waarvan de keizer zich borg stelde voor de onafhankelijkheid van de pauselijke staten. Dit was de eerste daadwerkelijke garantie van een dergelijke bescherming sinds het Karolingische Rijk. Nadat Otto Rome had verlaten, heroverde hij de kerkelijke staat op Berengarius. Berengarius en zijn vrouw werden verbannen naar Duitsland. Paus Johannes werd echter bang van de macht van de keizer en stuurde gezanten naar de Magyaren en het Byzantijnse Rijk om een liga tegen Otto te vormen. In november 963 keerde Otto naar Rome terug en riep een synode van bisschoppen bijeen die Johannes afzette op beschuldiging van afvalligheid, moord, woordbreuk en incest. Vervolgens werd Leo VIII, op dat moment nog een leek, tot paus gekozen. Toen de keizer Rome verliet, brak er in de stad een burgeroorlog uit tussen aanhangers van de keizer en aanhangers van de afgezette paus Johannes. Paus Johannes kwam na hevige strijd weer aan de macht en excommuniceerde degenen die hem hadden afgezet, waardoor hij Otto dwong om in juli 964 voor de derde keer terug te keren naar Rome om nu paus Benedictus V te onttronen (paus Johannes was twee maanden eerder gestorven). Bij deze gelegenheid dwong Otto de burgers van Rome een belofte af om geen paus te kiezen zonder keizerlijke goedkeuring. <p> </p> <p>In 966 was Otto korte tijd in Duitsland en werd door Mieszko I van Polen als koning gehuldigd. Daarna keerde hij weer terug naar Italië om af te rekenen met Berengarius' zoon Adelbert. In 967 gaf hij het hertogdom Spoleto aan Pandulf IJzerhoofd, prins van Benevento en Capua, een machtig bondgenoot in Zuid-Italië. In het volgende jaar (968) liet Otto Bari belegeren onder leiding van Pandulf, maar die werd in de slag van Bovino gevangengenomen door de Byzantijnen. Otto begon daarop vredesonderhandelingen met het Byzantijnse Rijk en probeerde een huwelijk te arrangeren tussen zijn zoon Otto en een Byzantijnse prinses. In 972 erkende de Byzantijnse keizer Johannes I Tzimiskes Otto's keizerlijke titel en stemde hij in met een voorgenomen huwelijk tussen Otto II en de jonge Byzantijnse princes Theophanu. Pandulf werd vrijgelaten uit gevangenschap. <p> </p> <p>Otto stierf op 7 mei 973 in Memleben. Zijn zoon Otto werd zijn opvolger. De keizer ligt, samen met zijn eerste vrouw, Edith van Wessex, begraven in de dom van Magdeburg die ze samen hadden gesticht.</p> <p> </p> <p>[bewerken] Het Ottoonse stelsel</p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p>Het Heilig Romeinse Rijk bij Otto's dood.</p> <p> Mgrf. = mark/markgraaf</p> <p> Htg. = hertogdom</p> <p> Kng. = koninkrijk </p> <p></p> <p></p> <p>Zie Rijkskerkenstelsel voor het hoofdartikel over dit onderwerp.</p> <p> </p> <p></p> <p>Als een belangrijk element van zijn binnenlands beleid streefde Otto naar een versterking van de macht van de kerkelijke autoriteiten, voornamelijk bisschoppen en abten, dit ten koste van de seculiere adel die zijn eigen macht bedreigde. Om de krachten, die de Kerk vertegenwoordigde, te controleren, maakte Otto consistent gebruik van drie instituties. Een daarvan was het koninklijke investituurrecht van bisschoppen en abten met de symbolen van hun macht, zowel geestelijk, aangezien Otto de gezalfde koning van de Duitsers was, als wereldlijk, aangezien Otto de gehoorzaamheid van zijn bisschoppen en abten als vazallen afdwong door middel van een commendatie ceremonie. "Onder deze omstandigheden was kerkelijke uitverkiezing in het Ottoonse Rijk niet meer dan een formaliteit. De koning vulde de rangen van het episcopaat aan met leden uit zijn eigen familie en met loyale ouder wordende kanselarijklerken. Deze laatsten werden ook vaak benoemd tot abt van de grote kloosters" (Cantor, 1994, blz. 213). De tweede instelling was steviger verankerd in de Ottoonse gebieden, de eigen kerken (Eigenkirchen; in de Engelse wet het recht van "advowson"). In het Duitse recht was elk gebouw dat op eigendomgrond stond van een Heer, automatisch ook eigendom van die Heer, dit tenzij deze rechten specifiek in een acte zodanig waren beschreven dat duidelijk was dat de kerk niet bij de grond hoorde. Otto en zijn kanselarij opereerden agressief om de eigendomsrechten over vele landelijke kerken en abdijen te verkrijgen. Het derde instrument van de Ottoonse macht was het systeem van de advocatus (Duits Vogt). De Advocatus was een wereldlijk manager van kerkelijke landgoederen, die recht had op een bepaald aandeel in de landbouwproductie en in de andere opbrengsten. Ook was hij verantwoordelijk voor de veiligheid en de goede orde. In tegenstelling tot graafschappen, die de neiging hadden om snel erfelijk te worden, voerde de Vogt de functies uit van een West-Frankische baljuw. Hij behield zijn positie alleen als hij in de gunst bleef bij de keizer. <p> </p> <p>Otto begiftigde de bisdommen en abdijen met grote stukken land, waarover seculiere autoriteiten geen belastingen konden heffen en geen juridische bevoegdheid hadden. In een extreem voorbeeld benoemde Otto zijn broer Bruno - op dat moment reeds aartsbisschop van Keulen - tot de nieuwe hertog van Lotharingen, nadat Koenraad de Rode zijn hertogelijke titel in Lotharingen was ontnomen. In de landen die Otto aan zijn oostelijke grenzen veroverde op de Wenden en andere Slavische volkeren stichtte Otto de Grote verschillende nieuwe bisdommen. <p> </p> <p>Omdat Otto bisschoppen en abten persoonlijk benoemde, versterkten deze hervormingen zijn centrale gezag, en functioneerden de bovenste rangen van de Duitse kerk in sommige opzichten als een arm van de keizerlijke bureaucratie. Conflicten over benoemingen van deze machtige bisschoppen tussen Otto's opvolgers en de groeiende macht van het pausdom tijdens de Gregoriaanse hervormingen zouden uiteindelijk tot het beroemde conflict over de Investituurstrijd leiden en in het Duitsland van de 11e eeuw tot de ondergang van de centrale autoriteit leiden. <p> </p> <p>[bewerken] De Ottoonse renaissance</p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p>Zie Ottoonse renaissance voor het hoofdartikel over dit onderwerp.</p> <p> </p> <p></p> <p>De beperkte Renaissance van kunst en architectuur was afhankelijk van de hofpatronage van Otto en zijn directe opvolgers. De "Ottoonse Renaissance" was manifest in sommige nieuwe leven ingeblazen kathedralen en kathedraalscholen, zoals die van Bruno, aartsbisschop van Keulen, en in de productie van verluchte handschriften, de belangrijkste kunstvorm van deze tijd. De meeste van de verluchte handschriften kwamen van een handvol elitaire scriptoria, zoals die van de in 936 opgerichte abdij van Quedlinburg. De keizerlijke abdijen en het keizerlijke hof werden onder leiding van de vrouwen van de koninklijke familie centra van religieus en spirituele leven. Gechoqueerd door de erbarmelijke staat van de liturgie in Rome, gaf Otto opdracht het allereerste Pauselijke Boek, een liturgisch boek, samen te stellen. Dit boek bevatte zowel gebeden als rituele instructies. Deze compilatie van het Romeins-Germaanse pontificaal, zoals het nu wordt genoemd, stond onder supervisie van aartsbisschop Willem van Mainz - een bastaardzoon van Otto. <p> </p> <p>[bewerken] Voorouders en kinderen</p> <p> </p> <p>Otto was door zijn vader verwant aan de hoge Duitse en Italiaanse adel (hij was bijvoorbeeld in de zevende graad verwant aan Berengarius van Ivrea). Zijn moeder kwam uit een zeer rijk geslacht van Saksische adel. <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>8. Liudolf van Saksen</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>4. Otto I van Saksen</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>9. Oda Billung</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>2. Hendrik de Vogelaar</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>10. Hendrik van Babenberg</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>5. Hedwig van Babenberg</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>11. Ingeltrude van Friuli</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>1. Otto I de Grote</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>12.</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>6. Diederik van Ringelheim Graaf van Westfalen</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>13.</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>3. Mathilde van Ringelheim</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>14.</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>7. Reginhilde Gravin van Ringelheim</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p>15.</p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p> </p> <p> </p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p></p> <p>Otto kreeg uit zijn eerste huwelijk met Edith de volgende kinderen:</p> <p> Liutgard (931 - 18 november 953), gehuwd met hertog Koenraad de Rode</p> <p> Liudolf van Zwaben (930-957).</p> <p> </p> <p>Otto kreeg uit zijn tweede huwelijk met Adelheid de volgende kinderen:</p> <p> Hendrik (952/953 - ca. 954)</p> <p> Bruno (953/954 - 8 september 957)</p> <p> Otto II</p> <p> vermoedelijk Richlinde, (- na 1 november 1007), gehuwd met Koenraad I van Zwaben</p> <p> </p> <p>Uit een buitenechtelijke relatie met een Slavische edelvrouw:</p> <p> Willem (929 - Rottleberode, 2 maart 968), aartsbisschop van Mainz vanaf 954, begraven in de Sint Albanuskerk bij Mainz</p> <p></p>

Notitie

<p>Hij was <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Stamhertogdom_Saksen" title="Stamhertogdom Saksen">hertog van Saksen</a>, <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Koning_van_Duitsland" title="Koning van Duitsland">koning van Duitsland</a>, <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_koningen_van_Itali%C3%AB" title="Lijst van koningen van Itali&euml;">koning van Itali&euml;</a>, en &quot;de eerste van de Duitse vorsten die keizer van Itali&euml; werd genoemd&quot; volgens <a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Arnulf_van_Milaan&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Arnulf van Milaan (de pagina bestaat niet)" class="new">Arnulf van Milaan</a>. Nadat <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_de_Grote" title="Karel de Grote">Karel de Grote</a> in <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/800" title="800">800</a> tot keizer werd gekroond, werd zijn rijk in de 9e eeuw onder zijn kleinzonen verdeeld en was de keizerlijke titel, na de moord op <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Berengarius_I_van_Friuli" title="Berengarius I van Friuli">Berengarius I van Friuli</a> in <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/924" title="924">924</a>, bijna veertig jaar vacant, voordat Otto de Grote op <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/2_februari" title="2 februari">2 februari</a> <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/962" title="962">962</a> tot keizer werd gekroond van wat later het <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Heilige_Roomse_Rijk" title="Heilige Roomse Rijk">Heilige Roomse Rijk</a> zou worden genoemd.</p><p>In <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/929" title="929">929</a> trad Otto in het huwelijk met de Engelse prinses <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Editha_van_Wessex" title="Editha van Wessex">Editha van Wessex</a>, de halfzuster van de Angelsaksische koning <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Athelstan_van_Engeland" title="Athelstan van Engeland">Aethelstan</a>. Bij deze gelegenheid schonk hij haar <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Magdeburg_(stad)" title="Magdeburg (stad)">Maagdenburg</a> als <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Morgengave" title="Morgengave">morgengave</a> (bruidsschat). In 936 volgde Otto zijn vader op als koning van de Duitsers en hertog van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Stamhertogdom_Saksen" title="Stamhertogdom Saksen">Saksen</a>.</p><p>Hij regelde dat zijn kroning gehouden werd in <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Aken_(stad)" title="Aken (stad)">Aken</a>, de voormalige hoofdstad van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_de_Grote" title="Karel de Grote">Karel de Grote</a>. Daar werd hij op 7 augustus van dat jaar door <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_bisschoppen_en_aartsbisschoppen_van_Mainz" title="Lijst van bisschoppen en aartsbisschoppen van Mainz">aartsbisschop</a> <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hildebert_van_Mainz" title="Hildebert van Mainz">Hildebert van Mainz</a>, de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Primas_Germaniae" title="Primas Germaniae">primaat van de Duitse kerk</a>, tot koning gekroond in de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Aula_Regia" title="Aula Regia">Aula Regia</a> van het <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Akener_koningspalts" title="Akener koningspalts">Akener koningspalts</a>. Volgens de Saksische historicus <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Widukind_van_Corvey" title="Widukind van Corvey">Widukind van Corvey</a> werd hij op zijn <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Kroningsmaal" title="Kroningsmaal">kroningsbanket</a> bediend door de vier andere hertogen van het rijk: de hertogen van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hertogdom_Franken" title="Hertogdom Franken">Franken</a>, <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hertogdom_Zwaben" title="Hertogdom Zwaben">Zwaben</a>, <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hertogdom_Beieren_(-1255)" title="Hertogdom Beieren (-1255)">Beieren</a> en <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hertogdom_Lotharingen" title="Hertogdom Lotharingen">Lotharingen</a>. <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Arnulf_I_van_Beieren" title="Arnulf I van Beieren">Arnulf I van Beieren</a> trad op als <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Maarschalk" title="Maarschalk">maarschalk</a> (of opperstalmeester), <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Herman_I_van_Zwaben" title="Herman I van Zwaben">Herman I van Zwaben</a> als <a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Hoofdschenker&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Hoofdschenker (de pagina bestaat niet)" class="new">hoofdschenker</a>, <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Everhard_III_van_Franken" title="Everhard III van Franken">Everhard III van Franken</a> als logistiek hoofd van de huishouding (of <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Seneschalk" title="Seneschalk">seneschalk</a>), en <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Giselbert_II_van_Maasgouw" title="Giselbert II van Maasgouw" class="mw-redirect">Giselbert II van Maasgouw</a> als <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Kamerheer" title="Kamerheer">kamerheer</a>.</p><p>Vanaf het begin van zijn regeerperiode positioneerde hij zich als de opvolger van Karel de Grote, wiens directe lijn van opvolgers in <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Oost-Franci%C3%AB" title="Oost-Franci&euml;" class="mw-redirect">Oost-Frankenland</a> in 911 was uitgestorven. De Duitse kerk, met zijn machtige bisschoppen en abten, stond achter hem. Vanuit zijn machtspositie slaagde Otto er in de kerk voor zijn eigen agenda in te zetten. Hij gebruikte deze enige verenigende institutie in de Duitse landen om een instelling van theocratische keizerlijke macht te vestigen. De kerk bood rijkdom, militaire mankracht en haar monopolie in geletterdheid. In ruil bood de keizer de kerk bescherming tegen de edelen, de belofte van dotaties, en een weg naar de macht als zijn <em><a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Ministeriaal" title="Ministeriaal">ministerialen</a></em>.</p><p>De politiek van Otto was een radicale breuk met de politiek van zijn vader die zich naar de hertogen toe altijd als eerste onder zijn gelijken had opgesteld. Otto behandelde de hertogen duidelijk als zijn ondergeschikten. Otto maakte nog meer vijanden door het erfdeel van zijn halfbroer <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Thankmar" title="Thankmar">Thankmar</a> en zijn broer <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hendrik_I_van_Beieren" title="Hendrik I van Beieren">Hendrik</a> sterk te reduceren. Ook passeerde hij de zonen van de hoge Saksische adel bij benoemingen, ten gunste van zijn medestanders.</p><p>Otto had een grote meevaller toen in 938 in <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Rammelsbergmijnen" title="Rammelsbergmijnen">Rammelsberg</a> in Saksen een rijke <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Zilver" title="Zilver">zilverader</a> werd ontdekt. De opbrengsten stelden Otto in staat om tijdens zijn regeerperiode zijn militaire activiteiten te financieren; de vondst was zelfs zo groot dat een groot deel van het in Europa gebruikte zilver, <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Koper_(element)" title="Koper (element)">koper</a> en <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Lood_(element)" title="Lood (element)">lood</a> zo&#39;n tweehonderd jaar uit Saksen kwam.</p><p>Na de dood van Siegfried, graaf van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Merseburg" title="Merseburg">Merseburg</a>, 937, maakte Thankmar aanspraak op Merseburg. Otto benoemde echter, <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Gero_(markgraaf)" title="Gero (markgraaf)">Gero</a>, de broer van de gestorven Siegfried, als de nieuwe graaf van Merseburg.</p><p>Na de dood van Arnulf I van Beieren in 938, weigerde zijn zoon <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Everhard_van_Beieren" title="Everhard van Beieren">Everhard</a> om Otto hulde te betuigen omdat die hem niet wilde toestaan zelf bisschoppen te benoemen - een recht dat Arnulf wel had gehad. Otto reageerde met twee campagnes in 938, tijdens de lente en de herfst, versloeg Eberhard en verbande hem. <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Berthold_I_van_Beieren" title="Berthold I van Beieren">Berthold I van Beieren</a>, de broer van Arnulf, voorheen <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hertogdom_Karinthi%C3%AB" title="Hertogdom Karinthi&euml;">hertog van Karinthi&euml;</a> werd de nieuwe <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hertogdom_Beieren_(-1255)" title="Hertogdom Beieren (-1255)">hertog van Beieren</a>. Berthold zag niet alleen af van het recht op de benoeming van bisschoppen maar gaf ook het gebruiksrecht van de koningsgoederen in Beieren op, dat Arnulf wel had gehad.</p><p>In datzelfde jaar kreeg Otto een conflict met <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Everhard_III_van_Franken" title="Everhard III van Franken">Everhard III van Franken</a> over diens juridische bevoegdheden. Everhard sloot een verbond met Thankmar en aantal ontevreden Saksische edelen onder leiding van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Wichman_I" title="Wichman I">Wichmann de Oudere</a>. Zij begonnen een opstand met als doel om Thankmar tot koning uit te roepen. De opstandelingen veroverden <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Belecke" title="Belecke">Belecke</a> en namen daar Otto&#39;s broer <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hendrik_I_van_Beieren" title="Hendrik I van Beieren">Hendrik</a> gevangen. Daarna veroverden ze de historisch betekenisvolle Eresburg (nu in de stad <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Marsberg" title="Marsberg">Marsberg</a>). Otto stuurde een groot leger naar de Eresburg en de aanblik van deze overmacht was voor de opstandelingen reden om zich over te geven. <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Thankmar" title="Thankmar">Thankmar</a> vluchtte in de kerk en deed bij het altaar een beroep op de bescherming die vluchtelingen traditioneel in de kerk hadden. Desondanks werd hij ter plekke gedood, wat in de middeleeuwen als een heiligschennis werd gezien. De Saksische edelen verzoenden zich met Otto en Everhard werd kort gevangengezet maar daarna weer vrijgelaten.</p><p>Direct na zijn vrijlating begon Everhard een nieuwe samenzwering, nu met Hendrik en <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Giselbert_II_van_Maasgouw" title="Giselbert II van Maasgouw" class="mw-redirect">Giselbert</a>, de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hertogdom_Lotharingen" title="Hertogdom Lotharingen">hertog van Lotharingen</a>. Doel was nu om Hendrik tot koning uit te roepen. In 939 huldigde Giselbert <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Lodewijk_IV_van_Frankrijk" title="Lodewijk IV van Frankrijk">Lodewijk IV van Frankrijk</a>, in de hoop zijn steun te krijgen tegen Otto I.</p><p>Hendrik veroverde <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Merseburg" title="Merseburg">Merseburg</a>, waarna hij opmarcheerde om zich in Lotharingen bij Giselbert aan te sluiten. Otto versloeg de opstandelingen echter bij <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Xanten" title="Xanten">Xanten</a>. Hij belegerde ze vervolgens in het kasteel van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Chevremont" title="Chevremont">Chevremont</a> in de buurt van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Luik_(stad)" title="Luik (stad)">Luik</a>. Hij was gedwongen om dit beleg af te breken om op te trekken tegen <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Lodewijk_IV_van_Frankrijk" title="Lodewijk IV van Frankrijk">Lodewijk IV van Frankrijk</a>, die intussen <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Verdun_(Meuse)" title="Verdun (Meuse)">Verdun</a> had bezet. Otto dreef Lodewijk terug naar zijn hoofdstad <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Laon" title="Laon">Laon</a>. Otto belegerde vervolgens Everhard in het fort van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Breisach_am_Rhein" title="Breisach am Rhein">Breisach am Rhein</a>. Gedurende deze tijd sloot <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Frederik_van_Mainz_(aartsbisschop)" title="Frederik van Mainz (aartsbisschop)">Frederik</a>, <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Keurvorstendom_Mainz" title="Keurvorstendom Mainz">aartsbisschop van Mainz</a>, zich aan bij Hendrik en Giselbert in hun strijd tegen Otto. Giselbert en Everhard trokken plunderend rond door de bezittingen van aanhangers van Otto. Een leger, onder leiding van <a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Konrad_Kurzbold&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Konrad Kurzbold (de pagina bestaat niet)" class="new">Konrad Kurzbold</a>, de graaf van Nederlahngouw, en zijn neef <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Udo_van_de_Wetterau" title="Udo van de Wetterau">Udo</a>, graaf van de Wetterau en de Rijngouw, ontmoette het leger van de opstandige hertogen in de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Andernach_(939)" title="Slag bij Andernach (939)">slag bij Andernach</a>. Everhard werd in de strijd gedood en Giselbert verdronk in de Rijn. Hiermee was de strijd verlopen. Otto steunde <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hugo_de_Grote" title="Hugo de Grote">Hugo de Grote</a> en zijn bondgenoten in hun conflicten met Lodewijk IV. Hendrik werd door Otto tot hertog van Lotahringen benoemd maar moest die positie in 941 opgeven omdat hij niet in staat was zijn gezag als hertog te doen gelden. Hendrik zocht direct weer contact met mogelijke opstandelingen maar Otto en Hendrik verzoenden zich met elkaar dankzij de inspanningen van hun moeder, <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Mathilde_van_Ringelheim" title="Mathilde van Ringelheim">Mathilde van Ringelheim</a>. Mathilde en Otto verzoenden zich ook met elkaar, Mathilde had namelijk steeds de zaak van Hendrik gesteund. Het volgende jaar trok Otto zich door bemiddeling van zijn zuster <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Gerberga_van_Saksen" title="Gerberga van Saksen">Gerberga van Saksen</a> uit Frankrijk terug en erkende Lodewijk zijn heerschappij over Lotharingen.</p><p>Om verdere opstanden te voorkomen, arrangeerde Otto het zo dat alle belangrijke hertogdommen binnen het Duitse rijk in handen kwamen van naaste familieleden. Het vacante hertogdom Franken behield hij als een <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Feodalisme" title="Feodalisme">leengoed</a>, terwijl hij het hertogdom Lotharingen in <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/944" title="944">944</a> aan <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Koenraad_de_Rode" title="Koenraad de Rode">Koenraad de Rode</a>, een neef van Koenraad I, toewees, die later zou trouwen met zijn dochter Liutgard. In <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/947" title="947">947</a>, na de dood van Hertog Berthold, gaf hij het hertogdom Beieren in leen aan zijn broer Hendrik. Ondertussen arrangeerde hij voor zijn zoon <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Liudolf_van_Zwaben" title="Liudolf van Zwaben">Liudolf</a> een huwelijk met Ida, de dochter van hertog <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Herman_I_van_Zwaben" title="Herman I van Zwaben">Herman I van Zwaben</a>. Het paar erfde het hertogdom na de dood van Herman I van Zwaben in 947. Een soortgelijke regeling leidde er toe dat Hendrik in <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/949" title="949">949</a> hertog van Beieren werd.</p><p>In 946 benoemde Otto Liudolf tot zijn opvolger.</p><p>In 937 vestigde Otto een <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Protectoraat" title="Protectoraat">protectoraat</a> over het <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Koninkrijk_Bourgondi%C3%AB" title="Koninkrijk Bourgondi&euml;">koninkrijk Bourgondi&euml;</a> en liet de minderjarige koning <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Koenraad_van_Bourgondi%C3%AB" title="Koenraad van Bourgondi&euml;">Koenraad van Bourgondi&euml;</a> aan zijn hof verblijven.</p><p>De verhouding met <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/West-Franci%C3%AB" title="West-Franci&euml;">West-Franci&euml;</a> werd bepaald door de rol van koning Lodewijk in de opstand van 939. Na de dood van hertog Giselbert had Lodewijk bovendien diens weduwe Gerberga getrouwd, Otto&#39;s zuster. Dit was zeer tegen de zin van Otto die haar aan Berthold van Beieren had willen uithuwelijken. Daarnaast was Otto&#39;s zuster <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hedwig_van_Saksen" title="Hedwig van Saksen">Hedwig</a> met Hugo de Grote getrouwd. Nadat Lodewijk zich onder druk van Otto uit Lotharingen had moeten terugtrekken, viel Otto diens koninkrijk binnen. Hugo de Grote, <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Herbert_II_van_Vermandois" title="Herbert II van Vermandois">Herbert II van Vermandois</a> en hun aanhangers, erkenden Otto als koning. Door bemiddeling van Gerberga werd in 942 te <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Vis%C3%A9" title="Vis&eacute;" class="mw-redirect">Vis&eacute;</a> echter een vrede gesloten waarbij Lodewijk zijn aanspraken op Lotharingen opgaf. In 945 kwam Otto Lodewijk te hulp tegen de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Normandi%C3%AB" title="Normandi&euml;">Normandi&euml;rs</a> en veroverde <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Reims" title="Reims">Reims</a> voor Lodewijk. De belegering van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Rouen" title="Rouen">Rouen</a> was echter een grote mislukking. In 948 was hij gastheer van de synode van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Ingelheim_am_Rhein" title="Ingelheim am Rhein">Ingelheim</a> die tot doel had om de twisten tussen Lodewijk en Hugo te beslechten.</p><p>De dood van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hendrik_de_Vogelaar" title="Hendrik de Vogelaar">Hendrik de Vogelaar</a> was voor de Slavische stammen een signaal om tegen de keizerlijke macht in opstand te komen. In 936 kwamen de Redarii in opstand, maar deze opstand werd neergeslagen door <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hermann_Billung" title="Hermann Billung" class="mw-redirect">Hermann Billung</a>. In 937 voerden de Mayaren raids in Saksen uit, maar Otto wist deze af te slaan. Toen Otto in oorlog was met zijn vazallen, gebruikten de Magyaren deze gelegenheid voor nieuwe invallen in Duitsland, maar dit moesten zij met twee bloedige nederlagen in de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Harz" title="Harz">Harz</a> bekopen, eerst in de buurt van <a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Stetternburg&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Stetternburg (de pagina bestaat niet)" class="new">Stetternburg</a> en daarna in de <a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Dr%C3%B6mling&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Dr&ouml;mling (de pagina bestaat niet)" class="new">Dr&ouml;mling</a>. In 944 vielen de Magyaren het rijk opnieuw binnen, maar nu werden zij in Karinthi&euml; door hertog Berthold verslagen. In 950 versloeg <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hendrik_I_van_Beieren" title="Hendrik I van Beieren">Hendrik I van Beieren</a> de Magyaren toen deze Beieren binnenvielen. In 950 leidde Otto een expeditie naar Bohemen, waar hij als opperheerser werd erkend door hertog <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Boleslav_I_van_Bohemen" title="Boleslav I van Bohemen">Boleslav I van Bohemen</a>.</p><p>Al in 945 had Otto de machtige <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Itali%C3%AB" title="Itali&euml;">Italiaanse</a> edelman <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Berengarius_II_van_Itali%C3%AB" title="Berengarius II van Itali&euml;">Berengarius van Ivrea</a> onderdak geboden toen zijn leven werd bedreigd door koning <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hugo_van_Arles" title="Hugo van Arles">Hugo van Arles</a>. Otto had Berengar gesteund om met een leger Itali&euml; binnen te vallen en de macht te grijpen, hoewel Hugo&#39;s zoon <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Lotharius_van_Itali%C3%AB" title="Lotharius van Itali&euml;">Lotharius van Arles</a> formeel de koning was.</p><p>Bij de dood van Lotharius in <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/950" title="950">950</a>, mogelijk door <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Vergiftiging" title="Vergiftiging">vergiftiging</a>, riep Berengarius zichzelf uit tot koning. Hij probeerde om <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Adelheid_(heilige)" title="Adelheid (heilige)">Adelheid</a>, de weduwe van Lotharius, te laten trouwen met zijn zoon Adalbert om zo eigen positie en later die van zijn zoon, te legitimeren. Adelheid slaagde er echter in naar <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Canossa" title="Canossa">Canossa</a> te vluchten en verzocht Duitse hulp. Om te profiteren van de situatie vielen Luidolf en Hendrik, onafhankelijk van elkaar, Noord-Itali&euml; binnen. Doordat ze vooral elkaar tegenwerkten, lukte het niet om Berengarius te onderwerpen. In <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/951" title="951">951</a> kwam Otto zelf naar Itali&euml;. Hij ontving het eerbetoon van de Italiaanse adel, nam de titel &quot;Koning van de Lombarden&quot; aan en liet zich, na een succesvolle belegering van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Pavia_(stad)" title="Pavia (stad)">Pavia</a>, in navolging van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_de_Grote" title="Karel de Grote">Karel de Grote</a> kronen tot &#39;koning van de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Franken_(volk)" title="Franken (volk)">Franken</a> en <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Longobarden" title="Longobarden">Longobarden</a>&#39;. Liudolf voelde zich gebruuskeerd door het optreden van zijn vader en was toen al boos naar huis teruggekeerd. Ondertussen had Koenraad de Rode succesvol onderhandelingen gevoerd met Berengarius, die in <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/952" title="952">952</a> met zijn zoon Adalbert aan Otto een eed van trouw aflegde. Otto stond (volgens de overeenkomst) Berengarius toe om Itali&euml; als zijn vazal te regeren maar dwong hem wel om het strategische <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Verona_(stad)" title="Verona (stad)">Verona</a> en <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Aquileia" title="Aquileia">Aquileia</a> af te staan. Dit verzekerde Otto van een veilige toegang tot de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Po_(rivier)" title="Po (rivier)">Po</a>-vlakte. Maar deze bepaling maakte geen deel uit van de overeenkomst die door Koenraad was onderhandeld. En ook Koenraad was nu diep beledigd door Otto. In oktober 951 trouwde Otto (inmiddels al vijf jaar weduwnaar) in Pavia met Adelheid.</p><p>Nadat Adelheid hem een zoon had gebaard, vreesde Liudolf voor zijn positie als erfgenaam van Otto. In 953 kwam hij samen met Koenraad de Rode en <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Frederik_van_Mainz_(aartsbisschop)" title="Frederik van Mainz (aartsbisschop)">Frederik</a>, de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Keurvorstendom_Mainz" title="Keurvorstendom Mainz">aartsbisschop van Mainz</a> in opstand. De bisschop was uit Otto&#39;s gunst omdat het hem niet gelukt was om Otto tot keizer te laten kronen. Otto wist snel Lotharingen te onderwerpen en benoemde zijn broer <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Bruno_de_Grote" title="Bruno de Grote">Bruno</a> tot hertog, die al aartsbisschop van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Keurvorstendom_Keulen" title="Keurvorstendom Keulen">Keulen</a> en <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Aartskanselier" title="Aartskanselier">aartskanselier</a> en <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Aartskapelaan" title="Aartskapelaan">aartskapelaan</a> van Otto was. Otto leed echter grote verliezen bij zijn aanvallen op Mainz en <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Regensburg_(stad)" title="Regensburg (stad)">Regensburg</a>. Koenraad en Liudolf maakten daarop echter een beslissende fout door een bondgenootschap aan te gaan met de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hongaren" title="Hongaren">Magyaren</a>. Uitgebreide Magyaarse invallen in Zuid-Duitsland in 954 dwongen de Duitse edelen zich te herenigen. Op de <a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Rijksdag_van_Auerstadt&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Rijksdag van Auerstadt (de pagina bestaat niet)" class="new">Rijksdag van Auerstadt</a> werden Koenraad en Liudolf ontdaan van hun titels en werd het gezag van Otto I hersteld. Koenraad en de bisschop van Mainz onderwierpen zich op de rijksdag aan Otto, en werden vergeven. Liudolf gaf het uitgehongerde Regensburg op in ruil voor een vrije aftocht. Korte tijd later onderwierp ook hij zich aan Otto, en werd door hem vergeven.</p><p>Toen de opstand was onderdrukt, was Otto in staat om op <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/10_augustus" title="10 augustus">10 augustus</a> <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/955" title="955">955</a> de Magyaren bij de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_op_het_Lechveld" title="Slag op het Lechveld">Lechveld</a> een beslissende nederlaag toe te brengen. Na deze nederlaag waren de Magyaren niet meer in staat tot invallen in Beieren en Saksen. Twee maanden later, op <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/16_oktober" title="16 oktober">16 oktober</a> <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/955" title="955">955</a>, versloeg <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hermann_Billung" title="Hermann Billung" class="mw-redirect">Hermann Billung</a>, Otto&#39;s plaatsvervanger in Saksen, de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Abodriten" title="Abodriten">Obodriten</a> die de opstand van Liudolf hadden ondersteund.</p><p>Otto&#39;s positie in Duitsland stond na de slag op het Lechveld niet meer ter discussie.</p><p>Ondertussen had Berengarius gebruikgemaakt van Otto&#39;s problemen in Duitsland om zich steeds onafhankelijker op te stellen. Ook had hij Verona en Aquileia weer bezet. Toen Berengarius in 960 het noorden van de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Kerkelijke_Staat" title="Kerkelijke Staat">Kerkelijke Staat</a> bezette, vroeg <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Johannes_XII" title="Paus Johannes XII">paus Johannes XII</a> Otto om hulp. Otto benoemde zijn jonge zoon <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Keizer_Otto_II" title="Keizer Otto II">Otto</a> tot medekoning en vertrok naar Itali&euml;. Op <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/2_februari" title="2 februari">2 februari</a> 962 werd hij in <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Rome_(stad)" title="Rome (stad)">Rome</a>, wederom naar voorbeeld van Karel de Grote, door de paus tot keizer gekroond. Zie <em><a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Translatio_imperii" title="Translatio imperii">Translatio imperii</a></em>. Tien dagen later ratificeerden de paus en de keizer de <em><a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Diploma_Ottonianum&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Diploma Ottonianum (de pagina bestaat niet)" class="new">Diploma Ottonianum</a></em>, op grond waarvan de keizer zich borg stelde voor de onafhankelijkheid van de pauselijke staten. Dit was de eerste daadwerkelijke garantie van een dergelijke bescherming sinds het <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Karolingen" title="Karolingen">Karolingische Rijk</a>. Nadat Otto Rome had verlaten, heroverde hij de kerkelijke staat op Berengarius. Berengarius en zijn vrouw werden verbannen naar Duitsland. Paus Johannes werd echter bang van de macht van de keizer en stuurde gezanten naar de Magyaren en het <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Byzantijnse_Rijk" title="Byzantijnse Rijk">Byzantijnse Rijk</a> om een liga tegen Otto te vormen. In november 963 keerde Otto naar Rome terug en riep een synode van bisschoppen bijeen die Johannes afzette op beschuldiging van afvalligheid, moord, woordbreuk en incest. Vervolgens werd <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Leo_VIII" title="Paus Leo VIII">Leo VIII</a>, op dat moment nog een leek, tot paus gekozen. Toen de keizer Rome verliet, brak er in de stad een burgeroorlog uit tussen aanhangers van de keizer en aanhangers van de afgezette paus Johannes. Paus Johannes kwam na hevige strijd weer aan de macht en excommuniceerde degenen die hem hadden afgezet, waardoor hij Otto dwong om in juli 964 voor de derde keer terug te keren naar Rome om nu <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Benedictus_V" title="Paus Benedictus V">paus Benedictus V</a> te onttronen (paus Johannes was twee maanden eerder gestorven). Bij deze gelegenheid dwong Otto de burgers van Rome een belofte af om geen paus te kiezen zonder keizerlijke goedkeuring.</p><p>In 966 was Otto korte tijd in Duitsland en werd door <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Mieszko_I" title="Mieszko I">Mieszko I</a> van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Polen" title="Polen">Polen</a> als koning gehuldigd. Daarna keerde hij weer terug naar Itali&euml; om af te rekenen met Berengarius&#39; zoon Adelbert. In 967 gaf hij het <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Hertogdom_Spoleto" title="Hertogdom Spoleto">hertogdom Spoleto</a> aan <a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Pandulf_IJzerhoofd&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Pandulf IJzerhoofd (de pagina bestaat niet)" class="new">Pandulf IJzerhoofd</a>, prins van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Benevento_(stad)" title="Benevento (stad)">Benevento</a> en <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Capua" title="Capua">Capua</a>, een machtig bondgenoot in Zuid-Itali&euml;. In het volgende jaar (968) liet Otto <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Bari_(stad)" title="Bari (stad)">Bari</a> belegeren onder leiding van Pandulf, maar die werd in de <a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Slag_van_Bovino&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Slag van Bovino (de pagina bestaat niet)" class="new">slag van Bovino</a> gevangengenomen door de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Byzantijnse_Rijk" title="Byzantijnse Rijk">Byzantijnen</a>. Otto begon daarop vredesonderhandelingen met het Byzantijnse Rijk en probeerde een huwelijk te arrangeren tussen zijn zoon Otto en een Byzantijnse prinses. In 972 erkende de Byzantijnse keizer <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Johannes_I_Tzimiskes" title="Johannes I Tzimiskes">Johannes I Tzimiskes</a> Otto&#39;s keizerlijke titel en stemde hij in met een voorgenomen huwelijk tussen Otto II en de jonge Byzantijnse princes <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Theophanu" title="Theophanu">Theophanu</a>. Pandulf werd vrijgelaten uit gevangenschap.</p><p>Otto stierf op 7 mei <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/973" title="973">973</a> in Memleben. Zijn zoon Otto werd zijn opvolger. De keizer ligt, samen met zijn eerste vrouw, <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Editha_van_Wessex" title="Editha van Wessex">Edith van Wessex</a>, begraven in de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Dom_van_Magdeburg" title="Dom van Magdeburg">dom van Magdeburg</a> die ze samen hadden gesticht.</p><p>Als een belangrijk element van zijn binnenlands beleid streefde Otto naar een versterking van de macht van de kerkelijke autoriteiten, voornamelijk <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Bisschop" title="Bisschop">bisschoppen</a> en <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Abt_(abdij)" title="Abt (abdij)">abten</a>, dit ten koste van de seculiere adel die zijn eigen macht bedreigde. Om de krachten, die de Kerk vertegenwoordigde, te controleren, maakte Otto consistent gebruik van drie instituties. Een daarvan was het koninklijke investituurrecht van bisschoppen en abten met de symbolen van hun macht, zowel geestelijk, aangezien Otto de gezalfde koning van de Duitsers was, als wereldlijk, aangezien Otto de gehoorzaamheid van zijn bisschoppen en abten als <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Vazal" title="Vazal">vazallen</a> afdwong door middel van een <a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Commendatie_ceremonie&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Commendatie ceremonie (de pagina bestaat niet)" class="new">commendatie ceremonie</a>. &quot;Onder deze omstandigheden was kerkelijke uitverkiezing in het <a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Ottoonse_Rijk&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Ottoonse Rijk (de pagina bestaat niet)" class="new">Ottoonse Rijk</a> niet meer dan een formaliteit. De koning vulde de rangen van het <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Episcopaat" title="Episcopaat" class="mw-redirect">episcopaat</a> aan met leden uit zijn eigen familie en met loyale ouder wordende kanselarijklerken. Deze laatsten werden ook vaak benoemd tot abt van de grote kloosters&quot; (Cantor, 1994, blz. 213). De tweede instelling was steviger verankerd in de Ottoonse gebieden, de <a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Eigen_kerk&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Eigen kerk (de pagina bestaat niet)" class="new">eigen kerken</a> (<em>Eigenkirchen</em>; in de Engelse wet het recht van &quot;<a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Advowson&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Advowson (de pagina bestaat niet)" class="new">advowson</a>&quot;). In het Duitse recht was elk gebouw dat op eigendomgrond stond van een Heer, automatisch ook eigendom van die Heer, dit tenzij deze rechten specifiek in een acte zodanig waren beschreven dat duidelijk was dat de kerk niet bij de grond hoorde. Otto en zijn kanselarij opereerden agressief om de eigendomsrechten over vele landelijke kerken en abdijen te verkrijgen. Het derde instrument van de Ottoonse macht was het systeem van de <em><a href="http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Advocatus&amp;action=edit&amp;redlink=1" title="Advocatus (de pagina bestaat niet)" class="new">advocatus</a></em> (Duits <em>Vogt</em>). De <em>Advocatus</em> was een wereldlijk manager van kerkelijke landgoederen, die recht had op een bepaald aandeel in de landbouwproductie en in de andere opbrengsten. Ook was hij verantwoordelijk voor de veiligheid en de goede orde. In tegenstelling tot graafschappen, die de neiging hadden om snel erfelijk te worden, voerde de <em>Vogt</em> de functies uit van een West-Frankische <em><a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Baljuw" title="Baljuw">baljuw</a></em>. Hij behield zijn positie alleen als hij in de gunst bleef bij de keizer.</p><p>Otto begiftigde de bisdommen en abdijen met grote stukken land, waarover seculiere autoriteiten geen belastingen konden heffen en geen juridische bevoegdheid hadden. In een extreem voorbeeld benoemde Otto zijn broer <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Bruno_de_Grote" title="Bruno de Grote">Bruno</a> - op dat moment reeds aartsbisschop van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Aartsbisdom_Keulen" title="Aartsbisdom Keulen">Keulen</a> - tot de nieuwe hertog van Lotharingen, nadat <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Koenraad_de_Rode" title="Koenraad de Rode">Koenraad de Rode</a> zijn hertogelijke titel in Lotharingen was ontnomen. In de landen die Otto aan zijn oostelijke grenzen veroverde op de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Sorben" title="Sorben">Wenden</a> en andere <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Slavische_volkeren" title="Slavische volkeren">Slavische volkeren</a> stichtte Otto de Grote verschillende nieuwe bisdommen.</p><p>Omdat Otto bisschoppen en abten persoonlijk benoemde, versterkten deze hervormingen zijn centrale gezag, en functioneerden de bovenste rangen van de Duitse kerk in sommige opzichten als een arm van de keizerlijke bureaucratie. Conflicten over benoemingen van deze machtige bisschoppen tussen Otto&#39;s opvolgers en de groeiende macht van het <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Paus" title="Paus">pausdom</a> tijdens de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Gregoriaanse_hervorming" title="Gregoriaanse hervorming">Gregoriaanse hervormingen</a> zouden uiteindelijk tot het beroemde conflict over de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Investituurstrijd" title="Investituurstrijd">Investituurstrijd</a> leiden en in het Duitsland van de 11e eeuw tot de ondergang van de centrale autoriteit leiden.</p><p>Otto was door zijn vader verwant aan de hoge Duitse en Italiaanse adel (hij was bijvoorbeeld in de zevende graad verwant aan Berengarius van Ivrea). Zijn moeder kwam uit een zeer rijk geslacht van Saksische adel.</p><p>Otto kreeg uit zijn eerste huwelijk met Edith de volgende kinderen:</p><ul><li><a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Liutgard_van_Saksen_(931-953)" title="Liutgard van Saksen (931-953)">Liutgard</a> (931 - 18 november 953), gehuwd met hertog <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Koenraad_de_Rode" title="Koenraad de Rode">Koenraad de Rode</a></li><li><a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Liudolf_van_Zwaben" title="Liudolf van Zwaben">Liudolf van Zwaben</a> (930-957).</li></ul><p>Otto kreeg uit zijn tweede huwelijk met Adelheid de volgende kinderen:</p><ul><li>Hendrik (952/953 - ca. 954)</li><li>Bruno (953/954 - 8 september 957)</li><li><a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Keizer_Otto_II" title="Keizer Otto II">Otto II</a></li><li>vermoedelijk Richlinde, (- na 1 november 1007), gehuwd met <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Koenraad_I_van_Zwaben" title="Koenraad I van Zwaben">Koenraad I van Zwaben</a></li></ul><p>Uit een buitenechtelijke relatie met een <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Slavische_volkeren" title="Slavische volkeren">Slavische</a> edelvrouw:</p><ul><li>Willem (929 - <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Rottleberode" title="Rottleberode">Rottleberode</a>, 2 maart 968), aartsbisschop van Mainz vanaf 954, begraven in de Sint Albanuskerk bij Mainz</li></ul>