Interactieve boom van Rotrude van Trier

Carloman … 713–755

Karel de Jongere 772–811

Bernhard van Italië 797–818

Kunigonde van Laon –

Aeda Pepijnsdr van Italie 798–827

Billung de Princeps van Saksen (van Thüringen) 788–840

Theodrade (Adelheid) van Italië 810–836

Pepijn I (Karloman) Pippijn van Italië 777–810

Chrothais (Chrotais) van Italie 780–810

Bertha van Toulouse –

Lotharius I der Franken (Koning van Italie) 795–855

Irmgard Irmingard (Ermengarde) van Tours (Elzas) 800–851

Pepijn I (Pepin) van Aquitanie 797–838

Ingeltrude van Madrie 801–838

Lodewijk II de Duitser der Franken 806–876

Alpais der Franken –

Gisela Der Franken 821–874

… … 820–866

Karel de Kale 823–877

Ermentrudis van Orleans 830–869

Richildis van Metz (van Provance) 850–910

Lodewijk I de Vrome 778–840

Irmgard (Irmingard Ermengarde) van de Haspengouw 778–818

Judith van Beieren (Welf) 805–843

Pepijn de Gebochelde 770–811

Karel (De Grote) Der Karolingen 748–814

Hildegard Gravin (Houdiard) von Schwaben van Vinzgouw 758–783

Himiltrude Himmeltrud Armautru 744–780

Desiderata van Lombardijen 750–

Fastrade van de Franken 765–794

Luitgardis van Allemanië 750–800

Auda (Addida) van Saksen 780–

Bruno II van Saksen 770–844

Ida van Hersfeld 766–825

Egbert (Ekbert) van Saksen 756–811

Carloman I … 751–771

Gerberga van Italië 740–774

Pepijn de Korte 714–768

Berthe Bertrada (Bertha met de grote voet) van Laon 720–783

Guntharius van Beieren –

Rotrude van Beieren –

Theudebert van Beieren –

Cotani van Beieren –

Theodo III, Hertog van Beieren 770–793

Tassilo III van Beieren 741–796

Liutberga van Lombardije –

Chiltrude van Beieren –

Hiltrude (Chiltrude) der Franken (der Karolingen) 716–754

Odilo I van Beieren 700–748

Irmgard (Irmingard Ermengarde) van de Haspengouw 778–818

Lodewijk I de Vrome 778–840

Odelard van Haspengouw 778–

Ingram van Haspengouw 745–778

Hedwich (Rotrud?) van Beieren –

Gunderland In de Haspengouw –778

Landrada … 724–787

Sigrand van de Haspengouw 714–762

Rotrude van Trier 690–724

Karel Martel (de Korte) 676–741

Leutwinis Liutwin (Lieven Leutwinus) van Trier 655–713

Willegarde van Beieren 665–705

Theodo II van Beieren 630–716

Folchaid van Therouanne 635–695

Theodon I der Merovingen 610–675

Glismonde der Merovingen 618–

Garibald II Van Beieren 585–630

Gaila (Appia) Galia van Friuli 585–

Dagobert I Van Neustrië 603–639

Ragnetrudis van de Ardennen 605–640

Pepijn II van Herstal (de Jonge, de Middelste, de Dikke) 635–714

Alpaida (Karolingen) 660–714

Ansegisel van Austrasie 605–685

Begga van Landen 620–693

Arnulf (Arnoud) van Metz (van Keulen) 582–640

Oda (Doda) van Saksen 586–640

Bodogisel (Boggis, Boso) der Franken 552–589

Chrodoare (Ode) van Amay –

Arnold (Arnoldus, Arnoald, Arnulf) van Metz 552–611

Oda van Zwaben ( von Schwaben) 571–640

Pepijn I, de Oude van Landen 578–639

Ida (Itta, Iduberga) van Nijvel 592–652

Karloman van Austracië Haspengouw van Landen 545–615

Gertrudis van Beieren 558–

Grimold de Oude van Aquitanie 560–599

Itte van Gascogne –