Familie van Pinxteren - en vele anderen...

<p><p>Op 14-11-1788 koopt Hoitse Jans, mr. metselaar te Sneek een huis en erf inhet Zuideind van Fennigje J. Hesselink, wed. van T. ten Cate voor 218 Car.gld. [RAF, Nedergerecht Sneek,, inv.nr. X-21, Proclamatieboek 1783-1800]</p><p>Fennigje Hesselink, de wed. van Theunis Berends ten Cate, neemt het beheer van de haar nagelaten goederen blijkbaar krachtig ter hand. Van 1788 tot 1806 procedeert zij vele malen tegen haar huurders en pachters : Op 18-1-1788 tegen Jan Langsum, om zijn woning te verlaten. Op 12-2-1790 tegen Beernt Jans, om zijn kamer en weefwinkel per 12 mei te verlaten. Op 21-1-1790 tegen Gerben Panboer, om zijn bewoonde kamer per 12 mei 1791 te verlaaten in vridom. Op 20-1-1792 samen met P. Mastenbroek en Auke Hendriks tegen Nolke Jacobs om zijn huurgebruik van schip en veer met 1 jan. 1792 in vridom te verlaten. Op 23-1-1795 tegen Hendrik Storm om zijn huis te verlaten per ult. 12 mei 1795. Op 6-1-1797 tegen Auke Hendriks, schipper van Sneek op De Joure en vice versa, om zijn in huur hebbend half-veer van Sneek op De Joure en v.v. op den verschijndag in feb. 1797 in vrijdom te verlaten. Op 20-12-1799 tegen Hans Mensing om zijn bewoonde kamer op 12 mei 1800 te verlaten en dito tegen Eeltje Unicus. Op 23-1-1801 tegen de wed. van Auke Hendriks om't bij haar in huurgebruik zijnde halve Jouwster veer op ultimo jan. 1801 in vrijdom te verlaten en een man aan te stellen ter taxatie van het huurcontract, om te kunnen scheiden. Op 21-1-1803 tegen Staring Petrus, om zijn woning en weefwinkel te verlaten. Op 24-1-1806 tegen Reinskjen Freerks te Sneek om haar bewoonde kamer op 12 mei 1806 in vrijdom te verlaten. </p><p>In 1813 testeert Fennigje Hesselink, rentenierster, wed. van Teunis Berendsz ten Cate, in leven koopman te Sneek op het Kleinzand, ten gunste van haar dochters Janneke ten Cate gehuwd met Pieter Mastenbroek, houtkoper en Trijntje ten Kate gehuwd met hendrik Veen, de kinderen van Sake Hofstra,chirurgijn te Sneek en wijlen haar dochter Jacoba ten Kate[RAF, Nedergerecht Sneek,inv.nr. 122.001, nr 1, 1813] </p>Ingeschreven als lidmaat van de Oud Vlaamsche Doopsgesinde Gemeente te</p><p>Sneek (1768) met attestatie van Groningen [RAF, arch nr 271, inv.nr. 42,</p><p>gecit. in Ten Cate, l.c.]</p>

<p>Fennigje Hesselink, de weduwe van Theunis Berendsz. ten Cate neemt het beheer van de haar</p><p>nagelaten goederen blijkbaar krachtig ter hand. Van 1778 tot 1806 procedeert zij vele malen tegen<p>haar huurders en pachters. In 1813 testeert zij, rentenierster, ten gunste van haar dochters</p><p>Janneke ten Cate gehuwd met Pieter Mastenbroek, houtkoper en Trijntje ten Kate, gehuwd met</p><p>Hendrik Veen, de kinderen van Sake Hofstra, chirurgijn te Sneek en wijlen haar dochter Jacoba ten</p><p>Kate. Bron:RAF Nedergerecht Sneek, inv.nr.122001, nr1,1813.</p>Geboorte ingeschreven 06-05-1814, BS. Sneek Akte 1914/32. Voornaam op akte is Fennichen !

<p>Op 14-11-1788 koopt Hoitse Jans, mr. metselaar te Sneek een huis en erf in</p><p>het Zuideind van Fennigje J. Hesselink, wed. van T. ten Cate voor 218 Car.</p><p>gld. [RAF, Nedergerecht Sneek,, inv.nr. X-21, Proclamatieboek 1783-1800]</p><p>&nbsp</p><p>Fennigje Hesselink, de wed. van Theunis Berends ten Cate, neemt het beheer van de haar nagelaten goederen blijkbaar krachtig ter hand. Van 1788 tot 1806 procedeert zij vele malen tegen haar huurders en pachters : </p><p>Op 18-1-1788 tegen Jan Langsum, om zijn woning te verlaten. </p><p>Op 12-2-1790 tegen Beernt Jans, om zijn kamer en weefwinkel per 12 mei te verlaten. </p><p>Op 21-1-1790 tegen Gerben Panboer, om zijn bewoonde kamer per 12 mei 1791 te verlaaten in vridom. </p><p>Op 20-1-1792 samen met P. Mastenbroek en Auke Hendriks tegen Nolke Jacobs om zijn huurgebruik van schip en veer met 1 jan. 1792 in vridom te verlaten. </p><p>Op 23-1-1795 tegen Hendrik Storm om zijn huis te verlaten per ult. 12 mei 1795. </p><p>Op 6-1-1797 tegen Auke Hendriks, schipper van Sneek op De Joure en vice versa, om zijn in huur hebbend half-veer van Sneek op De Joure en v.v. op den verschijndag in feb. 1797 in vrijdom te verlaten. </p><p>Op 20-12-1799 tegen Hans Mensing om zijn bewoonde kamer op 12 mei 1800 te verlaten en dito tegen Eeltje Unicus. </p><p>Op 23-1-1801 tegen de wed. van Auke Hendriks om't bij haar in huurgebruik zijnde halve Jouwster veer op ultimo jan. 1801 in vrijdom te verlaten en een man aan te stellen ter taxatie van het huurcontract, om te kunnen scheiden. </p><p>Op 21-1-1803 tegen Staring Petrus, om zijn woning en weefwinkel te verlaten. </p><p>Op 24-1-1806 tegen Reinskjen Freerks te Sneek om haar bewoonde kamer op 12 mei 1806 in vrijdom te verlaten. </p><p>&nbsp</p><p>In 1813 testeert Fennigje Hesselink, rentenierster, wed. van Teunis Berendsz ten Cate, in leven koopman te Sneek op het Kleinzand, ten gunste van haar dochters Janneke ten Cate gehuwd met Pieter Mastenbroek, houtkoper en Trijntje ten Kate gehuwd met hendrik Veen, de kinderen van Sake Hofstra,</p><p>chirurgijn te Sneek en wijlen haar dochter Jacoba ten Kate[RAF, Nedergerecht Sneek,inv.nr. 122.001, nr 1, 1813] </p><p>&nbsp</p><p>Ingeschreven als lidmaat van de Oud Vlaamsche Doopsgesinde Gemeente te</p><p>Sneek (1768) met attestatie van Groningen [RAF, arch nr 271, inv.nr. 42,</p><p>gecit. in Ten Cate, l.c.]</p>