Familie van Pinxteren - en vele anderen...

<p>Egbert van Amstel</p><p>Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie</p><p>Ga naar: navigatie, zoeken</p><p>Egbert</p><p>1105 - 1172</p><p>Heer van Amstel</p><p>Periode 1131 - 1172</p><p>Voorganger Wolfgerus van Amstel</p><p>Opvolger Gijsbrecht I van Amstel</p><p>Vader Wolfgerus</p><p>Moeder ?</p><p>Egbert van Amstel (1105 - 1172) was leenheer van Amstelland vanaf 1131 tot 1172.</p><p>Hij was een zoon van Wolfgerus van Amstel. Egbert komt als getuige voor in de geschriften van de Utrechtse bisschoppen Andries van Cuijk (1131), Hartbert van Bierum (1143) en Godfried van Rhenen (1172). Egbert zit in het ministriaal van de bisschop van Utrecht en het kapittel van Sint Maarten. Is in 1145 getuige bij een uitspraak van koning Koenraad III dat de graafschappen Oostergo en Westergo aan het sticht Utrecht toe komen. Heeft in 1171 een dispuut met het kapittel van Sint Marie (ook in Utrecht) over grondgebied. Na zijn dood staat hij veengrond af (gelegen nabij Bijlmerbroek) aan de bisschop van Utrecht. Egbert huwde met Badeloch van Muiden, een dochter van Gijsbrecht van Muiden en kregen (minstens) twee zonen:</p><p>* Gijsbrecht I van Amstel (1145 - 1188)</p><p>* Hendrik van Amstel (1146 - na 1172)</p><p>Egbert liet als eerste heerser van Amstelland een versterkt herenhuis bouwen, wat als residentie voor de heren zou dienen. Dit onderkomen zou gelegen hebben in Ouderkerk aan de Amstel bij de huidige Beth Haim begraafplaats. Het werd in 1204 vernietigd door opstandige Kennemerse boeren.</p><p>[bewerken] Referenties</p><p>* Van den Bergh & Erkelens, Kwartierstaat archief</p><p>* Th.A.A.M. van Amstel: De heren van Amstel 1105-1378: Hun opkomst in het Nedersticht van Utrecht in de twaalfde en dertiende eeuw en hun vestiging in het hertogdom Brabant na 1296 (Hilversum, 1999) (The Heren van Amstel 1105-1378:</p><p>Ontvangen van "http://nl.wikipedia.org/wiki/Egbert_van_Amstel"</p>Categorie: Heer van Amstel

<p>Egbert van Amstel</p> <p>Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie</p> <p>Ga naar: navigatie, zoeken</p> <p>Egbert</p> <p>1105 - 1172</p> <p>Heer van Amstel</p> <p>Periode 1131 - 1172</p> <p>Voorganger Wolfgerus van Amstel</p> <p>Opvolger Gijsbrecht I van Amstel</p> <p>Vader Wolfgerus</p> <p>Moeder ?</p> <p>Egbert van Amstel (1105 - 1172) was leenheer van Amstelland vanaf 1131 tot 1172.</p> <p>Hij was een zoon van Wolfgerus van Amstel. Egbert komt als getuige voor in de geschriften van de Utrechtse bisschoppen Andries van Cuijk (1131), Hartbert van Bierum (1143) en Godfried van Rhenen (1172). Egbert zit in het ministriaal van de bisschop van Utrecht en het kapittel van Sint Maarten. Is in 1145 getuige bij een uitspraak van koning Koenraad III dat de graafschappen Oostergo en Westergo aan het sticht Utrecht toe komen. Heeft in 1171 een dispuut met het kapittel van Sint Marie (ook in Utrecht) over grondgebied. Na zijn dood staat hij veengrond af (gelegen nabij Bijlmerbroek) aan de bisschop van Utrecht. Egbert huwde met Badeloch van Muiden, een dochter van Gijsbrecht van Muiden en kregen (minstens) twee zonen:</p> <p>* Gijsbrecht I van Amstel (1145 - 1188)</p> <p>* Hendrik van Amstel (1146 - na 1172)</p> <p>Egbert liet als eerste heerser van Amstelland een versterkt herenhuis bouwen, wat als residentie voor de heren zou dienen. Dit onderkomen zou gelegen hebben in Ouderkerk aan de Amstel bij de huidige Beth Haim begraafplaats. Het werd in 1204 vernietigd door opstandige Kennemerse boeren.</p> <p>[bewerken] Referenties</p> <p>* Van den Bergh &amp; Erkelens, Kwartierstaat archief</p> <p>* Th.A.A.M. van Amstel: De heren van Amstel 1105-1378: Hun opkomst in het Nedersticht van Utrecht in de twaalfde en dertiende eeuw en hun vestiging in het hertogdom Brabant na 1296 (Hilversum, 1999) (The Heren van Amstel 1105-1378:</p> <p>Ontvangen van "http://nl.wikipedia.org/wiki/Egbert_van_Amstel"</p> <p>Categorie: Heer van Amstel</p>

<p>Egbert van Amstel (1105 - 1172) was heer van Amstelland vanaf 1131 tot 1172.</p><p>&nbsp</p><p>Hij was een zoon van Wolfgerus van Amstel. Egbert komt als getuige voor in de geschriften van de Utrechtse bisschoppen Andries van Cuijk (1131), Hartbert van Bierum (1143) en Godfried van Rhenen (1172). Egbert zit in het ministriaal van de bisschop van Utrecht en het kapittel van Sint Maarten. Is in 1145 getuige bij een uitspraak van koning Koenraad III dat de graafschappen Oostergo en Westergo aan het sticht Utrecht toe komen. Heeft in 1171 een dispuut met het kapittel van Sint Marie (ook in Utrecht) over grondgebied. Na zijn dood staat hij veengrond af (gelegen nabij Bijlmerbroek) aan de bisschop van Utrecht. </p><p>&nbsp</p><p>Egbert had (minstens) twee zonen:</p><p>Gijsbrecht I van Amstel (1145 - 1188) </p><p>Hendrik van Amstel (1146 - na 1172) </p><p>Egbert liet als eerste heerser van Amstelland een versterkt herenhuis bouwen, wat als residentie voor de heren zou dienen. Dit onderkomen zou gelegen hebben in Ouderkerk aan de Amstel bij de huidige Beth Haim begraafplaats. Het werd in 1204 vernietigd door opstandige Kennemerse boeren.</p><p>&nbsp</p>

wordt vermeld van 1131-1172; erfelijk schout in Amstelland (1131); erfelijk meier in Amstelland

Ministeriaal van de bisschop van Utrecht 1156, vermeld 1131-1172, werd in de ban gedaan, maar verzoende zich – waarschijnlijk in 1169 – met bisschop Godfried van Renen en ontving het erfelijk meierambt van Amstelland, waar hij gepretendeerd had zekere inkomsten en rechten van de bisschop in leen te hebben

vermeld 1132-1172. Erfelijk Schout van Aemselland 1131, ministeriaal 1156, verzoend met bisschop 1169, erfelijk Meijer van Amstelland

<p><p>De Heren van Aemstel spelen vanaf het begin van de 12de eeuw een leidende rol in Amstelland. Zij stammen waarschijnlijk af van Wolfger (of Wolfgerus), een dienaar van de bisschop van Utrecht die betrokken was bij de ontginning van Amstelland (grondgebied van het Utrechtse bisdom). In 1105 wordt hij voor het eerst genoemd (als de "scultetus", schout, van Amestelle). In 1126 wordt hij Wolfger van Amestelle (Amstelland) genoemd. Zijn zoon Egbert bouwde het versterkte huis in Ouderkerk dat in 1204 werd verwoest. In 1226 noemt Gijsbrecht II zichzelf voor het eerst "dominus" (heer) van Amestelle. De Van Aemstels stellen zich steeds onafhankelijker tegenover de bisschop van Utrecht op en proberen de graaf van Holland en de bisschop van Utrecht tegen elkaar uit te spelen. Gijsbrecht III zwoer samen met opstandige boeren tegen Utrecht en werd in 1252 gebonden achter het paard van de bisschop Utrecht binnengesleurd.Gijsbrecht IV wordt daarentegen één van de machtigste mannen van het Sticht, maar wordt leenman van Floris V. Hij komt in 1296 ten val na de samenzwering die leidde tot de moord op Floris V.Hij moet vluchten voor de wraak van Floris' zoon Jan, waarna zijn bezittingen in handen komen van deze nieuwe graaf van Holland. Gijsbrechts zoon Jan keert in 1304 nog even terug in Amsterdam, waar hij zich enkele weken verschanste. Dan worden de Van Aemstels definitief verslagen en moet Amsterdam de in 1300 of 1301 verkregen stadsrechten tijdelijk inleveren. De verdedigingswerken van de stad worden op last van de graaf afgebroken. (Op de historische figuur van Jan van Amstel is Vondels Gijsbrecht van Amstel gebaseerd.)Waar hadden deze Heren van Amstel hun slot? Bekend is dat het stamslot van de Van Aemstels in 1204 door invallende Kennemers wordt verwoest, nadat zij de dijk van de Amstel hadden doorgestoken. De Dam in de Amstel bestaat dan nog niet. Waarschijnlijk stond het stamslot in Ouderkerk, het bestuurlijke centrum van Amstelland, waar ook de oudste parochiekerk stond (al in de twaalfde eeuw). In geen enkel document is een duidelijke aanwijzing te vinden voor de plaats van het tweede kasteel van de familie van Aemstel. In de 17de eeuw meende Pontanus dat deze aan de westzijde van het Damrak stond. In 1564 was Antonis Jansz. Bontekoe aan de Nieuwendijk, bij het huis Hindelopen (Nieuwendijk 155), ten zuiden van de Dirk van Hasseltssteeg, gestuit op zware fundamenten van kloostermoppen. In de 19de eeuw meende Jan ter Gouw dat het in 1204 verwoeste kasteel in Ouderkerk stond, maar dat Gijsbrecht III en IV en Jan van Aemstel in Amsterdam resideerden. Dit kasteel stond aan de Nieuwendijk, ten zuiden van de Dirk van Hasseltssteeg, omdat in 1333 grond op die plaats door de Graaf van Holland werd verkocht. (De sloop van de resten van het kasteel zou dus in 1333 hebben plaatsgevonden.) Dit werd in 1920 bevestigd door de vondst ter plaatse van grote kloostermoppen. Echter, prof. Brugmans schreef in 1933 dat het kasteel niet heeft bestaan omdat er "geen spoor in historische documenten" van te vinden is. Brugmans boek is op dit punt ongewijzigd herdrukt in 1972. Dit is onder historici nog de gangbare opvatting. Immers, pas in 1305 werd door de baljuw van Amstelland voor het eerst een schout voor Amsterdam aangesteld. Amestelle is dan inmiddels door de nieuwe parochiekerk in twee delen gesplitst: Ouder- en Nieuwer-Amstel (resp. Ouderkerk en Amstelveen). Daarvóór lijkt Amsterdam relatief onbelangrijk.Na de vondst van het Amstelslot in 1994 brak een felle discussie tussen historici uit. De historici zijn van mening dat Jan Baart een verdedigingswerk, mogelijk een kasteel, uit het einde van de 13de eeuw heeft gevonden, gebouwd in opdracht van een heer van Aemstel of de graaf van Holland, maar dat hét kasteel van de Van Aemstels in Ouderkerk stond (op de heuvel van de Portugees-Israëlietische begraafplaats).De opgravingen van Jan Baart hebben echter laten zien dat Amsterdam veel ouder is dan tot voorheen werd aangenomen. Het eerste document waarin Amsterdam wordt genoemd, het tolprivilege van Floris V is gedateerd 27 oktober 1275. In 1300 of 1301 krijgt Amsterdam stadsrechten.</p><p>[Cindy Genealogie.FTW]</p>De Heren van Aemstel spelen vanaf het begin van de 12de eeuw een leidende rol in Amstelland. Zij stammen waarschijnlijk af van Wolfger (of Wolfgerus), een dienaar van de bisschop van Utrecht die betrokken was bij de ontginning van Amstelland (grondgebied van het Utrechtse bisdom). In 1105 wordt hij voor het eerst genoemd (als de "scultetus", schout, van Amestelle). In 1126 wordt hij Wolfger van Amestelle (Amstelland) genoemd. Zijn zoon Egbert bouwde het versterkte huis in Ouderkerk dat in 1204 werd verwoest. In 1226 noemt Gijsbrecht II zichzelf voor het eerst "dominus" (heer) van Amestelle. De Van Aemstels stellen zich steeds onafhankelijker tegenover de bisschop van Utrecht op en proberen de graaf van Holland en de bisschop van Utrecht tegen elkaar uit te spelen. Gijsbrecht III zwoer samen met opstandige boeren tegen Utrecht en werd in 1252 gebonden achter het paard van de bisschop Utrecht binnengesleurd.</p><p>Gijsbrecht IV wordt daarentegen één van de machtigste mannen van het Sticht, maar wordt leenman van Floris V. Hij komt in 1296 ten val na de samenzwering die leidde tot de moord op Floris V.</p><p>Hij moet vluchten voor de wraak van Floris' zoon Jan, waarna zijn bezittingen in handen komen van deze nieuwe graaf van Holland. Gijsbrechts zoon Jan keert in 1304 nog even terug in Amsterdam, waar hij zich enkele weken verschanste. Dan worden de Van Aemstels definitief verslagen en moet Amsterdam de in 1300 of 1301 verkregen stadsrechten tijdelijk inleveren. De verdedigingswerken van de stad worden op last van de graaf afgebroken. (Op de historische figuur van Jan van Amstel is Vondels Gijsbrecht van Amstel gebaseerd.)</p><p>Waar hadden deze Heren van Amstel hun slot? Bekend is dat het stamslot van de Van Aemstels in 1204 door invallende Kennemers wordt verwoest, nadat zij de dijk van de Amstel hadden doorgestoken. De Dam in de Amstel bestaat dan nog niet. Waarschijnlijk stond het stamslot in Ouderkerk, het bestuurlijke centrum van Amstelland, waar ook de oudste parochiekerk stond (al in de twaalfde eeuw). In geen enkel document is een duidelijke aanwijzing te vinden voor de plaats van het tweede kasteel van de familie van Aemstel. In de 17de eeuw meende Pontanus dat deze aan de westzijde van het Damrak stond. In 1564 was Antonis Jansz. Bontekoe aan de Nieuwendijk, bij het huis Hindelopen (Nieuwendijk 155), ten zuiden van de Dirk van Hasseltssteeg, gestuit op zware fundamenten van kloostermoppen. In de 19de eeuw meende Jan ter Gouw dat het in 1204 verwoeste kasteel in Ouderkerk stond, maar dat Gijsbrecht III en IV en Jan van Aemstel in Amsterdam resideerden. Dit kasteel stond aan de Nieuwendijk, ten zuiden van de Dirk van Hasseltssteeg, omdat in 1333 grond op die plaats door de Graaf van Holland werd verkocht. (De sloop van de resten van het kasteel zou dus in 1333 hebben plaatsgevonden.) Dit werd in 1920 bevestigd door de vondst ter plaatse van grote kloostermoppen. Echter, prof. Brugmans schreef in 1933 dat het kasteel niet heeft bestaan omdat er "geen spoor in historische documenten" van te vinden is. Brugmans boek is op dit punt ongewijzigd herdrukt in 1972. Dit is onder historici nog de gangbare opvatting. Immers, pas in 1305 werd door de baljuw van Amstelland voor het eerst een schout voor Amsterdam aangesteld. Amestelle is dan inmiddels door de nieuwe parochiekerk in twee delen gesplitst: Ouder- en Nieuwer-Amstel (resp. Ouderkerk en Amstelveen). Daarvóór lijkt Amsterdam relatief onbelangrijk.</p><p>Na de vondst van het Amstelslot in 1994 brak een felle discussie tussen historici uit. De historici zijn van mening dat Jan Baart een verdedigingswerk, mogelijk een kasteel, uit het einde van de 13de eeuw heeft gevonden, gebouwd in opdracht van een heer van Aemstel of de graaf van Holland, maar dat hét kasteel van de Van Aemstels in Ouderkerk stond (op de heuvel van de Portugees-Israëlietische begraafplaats).</p><p>De opgravingen van Jan Baart hebben echter laten zien dat Amsterdam veel ouder is dan tot voorheen werd aangenomen. Het eerste document waarin Amsterdam wordt genoemd, het tolprivilege van Floris V is gedateerd 27 oktober 1275. In 1300 of 1301 krijgt Amsterdam stadsrechten.</p>

Egbert van Amstel.Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie.Ga naar: navigatie, zoeken.Egbert.1105 - 1172.Heer van Amstel.Periode 1131 - 1172.Voorganger Wolfgerus van Amstel.Opvolger Gijsbrecht I van Amstel.Vader Wolfgerus.Moeder ?.Egbert van Amstel (1105 - 1172) was leenheer van Amstelland vanaf 1131 tot 1172..Hij was een zoon van Wolfgerus van Amstel. Egbert komt als getuige voor in de geschriften van de Utrechtse bisschoppen Andries van Cuijk (1131), Hartbert van Bierum (1143) en Godfried van Rhenen (1172). Egbert zit in het ministriaal van de bisschop van Utrecht en het kapittel van Sint Maarten. Is in 1145 getuige bij een uitspraak van koning Koenraad III dat de graafschappen Oostergo en Westergo aan het sticht Utrecht toe komen. Heeft in 1171 een dispuut met het kapittel van Sint Marie (ook in Utrecht) over grondgebied. Na zijn dood staat hij veengrond af (gelegen nabij Bijlmerbroek) aan de bisschop van Utrecht. Egbert huwde met Badeloch van Muiden, een dochter van Gijsbrecht van Muiden en kregen (minstens) twee zonen:.* Gijsbrecht I van Amstel (1145 - 1188).* Hendrik van Amstel (1146 - na 1172).Egbert liet als eerste heerser van Amstelland een versterkt herenhuis bouwen, wat als residentie voor de heren zou dienen. Dit onderkomen zou gelegen hebben in Ouderkerk aan de Amstel bij de huidige Beth Haim begraafplaats. Het werd in 1204 vernietigd door opstandige Kennemerse boeren..[bewerken] Referenties.* Van den Bergh & Erkelens, Kwartierstaat archief.* Th.A.A.M. van Amstel: De heren van Amstel 1105-1378: Hun opkomst in het Nedersticht van Utrecht in de twaalfde en dertiende eeuw en hun vestiging in het hertogdom Brabant na 1296 (Hilversum, 1999) (The Heren van Amstel 1105-1378:.Ontvangen van "http://nl.wikipedia.org/wiki/Egbert_van_Amstel".Categorie: Heer van Amstel