Gijsbrecht van Amstel, 12521343 (leeftijd 91 jaar)

Naam
Gijsbrecht /van Amstel/
Voornamen
Gijsbrecht
Achternaam
van Amstel
Beroep
Heer van Benschop en IJsselstein. Maarschalk van de Bisschop in het Nedersticht. Stichtte de St. Nicolaaskerk te IJsselstein

Alternate Birth 1251 (leeftijd )

Geboren 1252 26 22

HuwelijkBertha Van HeukelomBekijk dit gezin
rond 1280 (leeftijd 28 jaar)

Geboorte van een dochterAgnes van IJsselstein (van Amstel) vrouwe van Appeltern
1283 (leeftijd 31 jaar)
Geboorte van een zoonOtto van Amstel
1290 (leeftijd 38 jaar)

Geboorte van een zoonHerbaren van IJsselstein (van Amstel)
1290 (leeftijd 38 jaar)

Geboorte van een zoonJohan Van IJsselsteijn
1295 (leeftijd 43 jaar)

Geboorte van een zoonWillem van IJsselstein (van Amstel)
1295 (leeftijd 43 jaar)

Geboorte van een zoonArnold (Arnoud) van Amstel van IJsselstein
1295 (leeftijd 43 jaar)
Overleden 1343 (leeftijd 91 jaar)
Begraven
Titel
heer van IJsselstein

Titel
heer van IJsselstein

Gezin met ouders
vader
Arnoud van Amstel, Heer van Benschop,Polsbroek en Ijsselstein
12261291
Geboren: 1226 26 26
Overleden: voor 12 mei 1291
moeder
zuijlen
12301290
Geboren: 1230 30 35
Overleden: 1290
Huwelijk
Huwelijk:
hij zelf
12521343
Geboren: 1252 26 22
Overleden: 1343IJsselstein, Nederland
2 jaar
jongere broer
2 jaar
jongere zus
Gezin met Bertha Van Heukelom
hij zelf
12521343
Geboren: 1252 26 22
Overleden: 1343IJsselstein, Nederland
echtgenote
Jonkvrouw Bertha (Beerta) Van Heukelom
12681322
Geboren: 1268 43
Overleden: 25 februari 1322IJsselstein, Nederland
Huwelijk
Huwelijk: rond 1280
4 jaar
dochter
IJsselstein
12831333
Geboren: 1283 31 15IJsselstein, Nederland
Overleden: 1333Montfoort, Nederland
8 jaar
zoon
Wapen IJsselstein 03
12901353
Geboren: 1290 38 22
Overleden: 1353
12 maanden
zoon
Wapen IJsselstein 03
12901333
Geboren: 1290 38 22
Overleden: 2 oktober 1333
6 jaar
zoon
wapen van amstel
12951365
Geboren: 1295 43 27
Overleden: 1365
12 maanden
zoon
wapen van amstel
12951344
Geboren: 1295 43 27
Overleden: 1344
12 maanden
zoon
Maria (bastaard) Van Avesnes [van Amstel van IJsselstein]
12951363
Geboren: 1295 43 27Utrecht, Nederland
Overleden: 12 februari 1363IJsselstein, Nederland
BronGroeneweg Web Site
Gebeurtenis Smart Matching
    Rol 17001588
Details citaat:

Gijsbrecht van Amstel

Gebeurtenis: Smart Matching
Rol: 17001588
Inschrijfdatum in originele bron: 3 juni 2012
Tekst:

Added by confirming a Smart Match

Kwaliteit van gegevens: primair bewijs
Bronvan Nierop Web Site
Gebeurtenis Smart Matching
    Rol 1009550
Details citaat:

Gijsbrecht IV van IJsselstein van Aemstel

Gebeurtenis: Smart Matching
Rol: 1009550
Inschrijfdatum in originele bron: 25 juni 2012
Tekst:

Added by confirming a Smart Match

Kwaliteit van gegevens: primair bewijs
BronVerheij Web Site
Gebeurtenis Smart Matching
    Rol 1012742
Details citaat:

Gijsbrecht van IJsselstein (van Amstel)

Gebeurtenis: Smart Matching
Rol: 1012742
Inschrijfdatum in originele bron: 28 december 2012
Tekst:

Added by confirming a Smart Match

Kwaliteit van gegevens: primair bewijs
Notitie

<p>heer van Benschop (1293, 1314) en van IJssels, tein (1309, 1313). Maarschalk van de bisschop in het Nedersticht (1297)., Hij stichtte stad IJsselstein en de St. Nicolaaskerk aldaar in het kersp, el Et</p> <p>teren. Hij is overleden &gt; de vermelde datum en &lt; 2 okt 1343., 15.8.1296: Gijsbert van IJsselstein ontzegt, op last van de graaf van Hol, land, de heer van Amstel, op voorwaarde dat de graaf hem zal ha</p> <p>ndhaven, in het bezit van de goederen die Gijsbertls vader, heer Arnold van Amste, l, van de heer van Amstel in leen hield, ook al verzoent de graaf zich m, et de medeplichtigen aan de moord op zijn v</p> <p>ader., 16.6.1299: Jan, graaf van Holland, geeft heer Wolfert van Borsele, heer v, an Zandenborch, alle gerecht van Benschop en Polsbroek en het huis te IJs, selstein., 21.5.1300: Jan, graaf van Hollan</p> <p>d, beleent zijn broer, heer Guy van Heneg, ouwen (de latere bisschop van Utrecht), als met een versterfelijk leen, m, et de bezittingen van Herman van Woerden, Gijsbert van Amstel, Gijsbert v, an IJss</p> <p>elstein, Arnold van Benschop en van degene, die schuldig waren a, an de dood van graaf Floris V, welke goederen gelegen zijn in het Sticht, van Utrecht, benevens met Naardingerland, maar niet met Reig</p> <p>ersbos in h, et Amstelland of met de manschap der genoemde goederen., 6.1.1309: Willem, graaf van Holland, beleent op verzoek van Guy, bissch, op van Utrecht, Gijsbert van IJsselstein en zijn zoon Arn</p> <p>old met het hu, is te IJsselstein en het goed dat Gijsbertls vader, heer Arnold van Amste, l, van de graven van Holland in leen hield, met de bepaling dat bij eerd, er overlijden van Arnold de, kinder</p> <p>en van hem en zijn vrouw Maria het zullen erven., 7.1.1309: Akte van bevestiging door Gijsbert van IJsselstein van zijn bel, ening door graaf Willem III met zijn huis te IJsselstein en zijn leengo, ed</p> <p>ten Gein, in Rijpikkerwaard, Benschop, Polsbroek, Hoenkoop en Blokland, ., 27.8.1310: Gijsbert van IJsselstein, ridder, beleent Gerard van Voorne, w, ijlen Lambert Spijkersz., met 1 hoeve land aan de</p> <p>Achtersloot, die te le, en werd gehouden van Arnold van Amstel, broer Gijsbert, als met een onver, sterfelijk leen., 14.10.1310: Guy, bisschop van Utrecht, verleent IJsselstein het recht dr, ie jaarm</p> <p>arkten jaarlijks te houden en belooft de bezoekers bescherming, en vrijgeleide., 7.6.1311: Barend van Doornwaard en zijn vrouw Agnes van Meerlo (kleindoch, ter van Jan van Meerlo), verkopen heer Gijsb</p> <p>ert van IJsselstein, ridder,, hun gerecht met tiende en tijns in Meerlo, zoals Agnesl voorouders en z, ij zelve het van het kapittel van Oudmunster hadden, voorts het goed de W, ulvenskamp en, een hal</p> <p>ve hoeve land aan de Achtersloot, de oude hofstede Meerlo, geleg, en op het oude land van Meerlo in heer Gijsberts gerecht, 2 morgen alda, ar bij de Holenkamp, de Uitwegs akker en 1 Z morgen aldaar be</p> <p>nevens 4 mor, gen aan de Maarne in het gerecht van Sweder van Montfoort. Zulks wordt, op dezelfde dag bevestigt door de proosten van de dom, Oudmunster, St. Ma, rie en St. Jan. Op 10.6.1311 verzoekt A</p> <p>gnes bisschop Guy, Gijsbert van IJ, sselstein met deze goederen (behalve de goederen in Meerlo) te belenen, w, at de bisschop op 8.7.1311 doet. Voornoemde Agnes van Meerlo geeft op 10., 6.1311 al haar</p> <p>goed, gerechten, tijns en tiende in Meerlo in erfpacht a, an heer Gijsbert, heer van IJsselstein, zoals haar voorouders en zij zel, ve het van het kapittel van Oudmunster in erfpacht hadden. Op 14.4.</p> <p>1313 w, ordt deze laatste verkoop door deken en kapittel van Oudmunster bevestigt, ., 14.8.1311: Gijsbert van IJsselstein, ridder, en Berte, zijn vrouw, wijz, en hun kinderen Arnold, Otto, Herberen, J</p> <p>ohan, Willem en Agnes hun erfde, el toe., 30.4.1312: Willem, heer Everard Jongenzn., beleent heer Gijsbert, heer v, an IJsselstein, met de Poelwaard, die hij zelf in leen houdt van de her, en van Hage</p> <p>stein., 21.7.1313: Willem, graaf van Holand, beleent heer Gijsbert van IJsselstei, n, ridder, en zijn zoon Arnold, met het huis te IJsselstein en met al w, at heer Gijsbertls vader, heer Arnold van Am</p> <p>stel, van de graven van Holla, nd in leen hield, behalve 15 morgen in Hoenkoop, die hij hem in eigendom, geeft in ruil voor het land van Jan van Houte aan de gracht van IJsselste, in., 1.11.1313: Gijs</p> <p>bert, heer van IJsselstein, en Gerrit van den Vliet, ridde, rs, geven aan de buren van Polsbroek een watergang., 5.7.1314: Willem, graaf van Holland, beleent heer Gijsbert, heer van IJss, elstein, jaa</p> <p>rlijks met een hert uit de grafelijke hout te Haarlem., 10.7.1314: Guy, bisschop van Utrecht, oorkondt, dat heer Gijsbert, heer v, an IJsselstein, van hem in leen heeft ontvangen al wat hij in leen pl</p> <p>ac, ht te houden van zijn oom, heer Gijsbert, heer van Amstel, en vervolgens, van het Sticht, nl. gerecht en tienden van Benschop met de kerkgift, 32 m, orgen land liggende aan de oude hofstede aldaar</p> <p>en gerecht en tienden v, an Noord Polsbroek., 21.1.1316: Gijsbert, heer van IJsselstein, en zijn zoon Arnold, ridder, v, erklaren Gijsbert van den Bosch 900 pond zwarte tournooizen schuldig te z, ijn</p> <p>, te betalen uit de opbrengst van de momberschap over Gijsberts nicht, Lijsbeth, dochter van wijlen Egbert van den Bosch. Bij kinderloos overlij, den van Herberen, zoon van, Gijsbert van IJsselstein,</p> <p>of van Lijsbeth, Herberen aanstaande vrouw, vo, or haar 15de jaar (ze is nu 9), zal Gijsbert van den Bosch dat wat hij me, er ontvangen zal hebben van de 900 pond dan Gijsbert van IJsselstein aan, ren</p> <p>te van het momberschap geiind heeft, terugbetalen., 21.3.1318: Willem, graaf van Holland, beleent Gijsbert, heer van IJsselst, ein, ridder, met het gerecht en de tienden van Benschop, 32 morgen land,,</p> <p>grenzende aan de oude hofstede aldaar, de kerkgift, gerecht en tienden, in Polsbroek aan de Noordzijde, het halve gerecht en de halve visserij, in Oudburen, afkomstig van, de heren van Amstel., 2.5.1</p> <p>318: Gijsbert, heer van IJsselstein, ridder, geeft aan Jan van den Z, ande, wijlen Hubrechtsz., 12 morgen land te Schalkwijk., 5.9.1318: Willem, graaf van Holland, beleent Berte, vrouw van Gijsbert, h</p> <p>, eer van IJsselstein, met de tienden van Benschop en die in Polsbroek, bei, de aan de Noordzijde, haar door Gijsbert als lijftocht toegewezen., 3.7.1319: Deken en kapittel van St. Marie te Utrecht ke</p> <p>uren de stichting, door heer Gijsbert, heer van IJsselstein, goed, van 3 altaren van het hei, lige kruis, de heilige maagd en Jan de doper in de kerk van IJsselstein, en stemmen erin toe, dat Gijsbert</p> <p>het collatierecht daarover hebben zal,, doch behouden zelf het, collatierecht van de kerk., 7.11.1319: Otto, heer van Kuijc, beleent Gijsbert, heer van IJsselstein,, met een vrije heerlijkheid gelege</p> <p>n aan de oevers van de IJssel, zich uits, trekkende aan de ene zijde van Opburen tot Snoedelhoeke, op de andere v, an den Ouden Gheijne tot Fellenoerde, met alles wat er toe behoort (zoa, ls de visser</p> <p>ij en de aanslibbing in de IJssel), zoals Gijsbertls ouders d, ie van Ottols ouders als Stichts leen bezaten, terwijl het sticht Utrec, ht het als rijksleen houdt. Het betreft dus een achterleen van h</p> <p>et Stich, t. Toen echter Otto van Kuijc dringend om geld verlegen zat, wist graaf W, illem III van Holland van de situatie gebruik te maken. In 1319, of kort, daarna, heeft Otto van Kuijc Stichtse lee</p> <p>ngoederen langs de Hollandse IJs, sel, in de buurt van Oudegein, aan de graaf van Holland verkocht, waarm, ee hij eerder Gijsbert van IJsselstein beleend had. Nadat Otto het leen a, an de graaf van Ho</p> <p>lland had verkocht, beleende deze op zijn beurt Gijsbe, rt van IJsselstein ermede., 17.10.1321: Akte van toezegging door Gijsbert, heer van IJsselstein, Arno, ld van IJsselstein, zijn zoon, ridders, J</p> <p>an van IJsselstein, kanunnik v, an St. Marie te Utrecht, Willem van IJsselstein, kanunnik ten dom te Utre, cht, en Otto en Herbaren van IJsselstein, broers, van bijstand aan graaf, Willem III met het</p> <p>huis te IJsselstein en hun andere leengoed van Holla, nd en Amstel., 16.2.1322: Otto, heer van Buren, belooft heer Gijsbert van IJsselstein, r, idder, schadeloos te houden van zijn borgtocht voor 11.2</p> <p>64 pond, die hij, schuldig is aan Jan van Halen., 26.10.1324: Jan, bisschop van Utrecht, beveelt de heer van IJsselstein,, om het hoog gerecht van de heren van Oudmunster in de Achtersloot van zij, ne</p> <p>ntwege uit te oefenen., 24.6.1325: Hubert de Schenk, knaap, belooft heer Gijsbert, heer van IJsse, lstein, schadeloos te houden van zijn borgtocht van 300 pond jaarlijks, d, ie hij zijn leven lang moe</p> <p>t betalen aan deken en kapittel van St. Jan te, Utrecht., 11.5.1326: Margriet, jonkvrouwe van den Goije, vrouw van Hendrik van de L, eck, beleent Willem, heer Everard Jongenzn. met de Poelwaard gelege</p> <p>n naa, st IJsselstein en met 20 morgen land in de waard, gelegen bij Eiteren ovd, er de IJssel aan de oostzijde, waarna Willem, heer Everard Jongenzn., he, er Gijsbert, heer van IJsselstein, met de Po</p> <p>elwaard beleent., 25.4.1327: Willem, graaf van Holland, beleent heer Gijsbert, heer van IJs, selstein, ridder, met het goed, dat hij van de heer van Kuijc in leen hie, ld., 31.7.1327: Jan, bisschop va</p> <p>n Utrecht, verklaart dat de heer van IJsselste, in en zijn lieden uit gunst en niet van rechtswege de laatste oplage in, de Lekdijk bij Schoonhoven hebben helpen maken., 30.7.1328: Buren van Benschop</p> <p>oorkonden, dat tal van personen beloofd heb, ben aan heer Gijsbert, heer van IJsselstein, niet zonder zijn toestemmi, ng elder burger te worden., 2.3.1330: Gijsbert, heer van IJsselstein, wijst goeder</p> <p>en, merendeels in h, et land van IJsselstein gelegfen, aan, waaruit zijn schuld aan Gelis van, Lochorst, bedragende 1.650 pond zwarte tournooisen, en een even grote sch, uld aan Herman van der Strijpe</p> <p>n en Steven Hendriksz. van Bouchout, betaa, ld zullen worden., 17.2.1331: Jan, bisschop van Utrecht, geeft de burgers van IJsselstein to, lvrijheid voor de sluis te Geijn., 5.3.1334: Gerrit van den Ve</p> <p>ne, burger van Utrecht, verklaart dat Claes, de Weldige hem, namens de heer van IJsselstein, een schuld, groot 50 po, nd tournoois, betaald heeft., 18.11.1334: Steven(?) van Bosinchem, knaap, verklaar</p> <p>t dat Nicolaes de Wel, dige, namens de heer van IJsselstein, hem 100 pond tournoois, d.w.z. de h, elft van diens schuld, betaald heeft., 11.3.1335: Heer Jan Vlaminc verklaart, dat Nicolaes de Weldige</p> <p>hem name, ns de heer van IJsselstein 100 pond betaald heeft ten behoeve van heer Ar, nold van IJsselstein., 1.12.1335: Gerrit van den Vene, burger van Utrecht, verklaart dat Nicola, es de Weldige hem,</p> <p>namens de heer van IJsselstein, 33 en 8 schellingen to, urnoois betaald heeft., 16.12.1335: Jan Meynard heer Wijbrandsz., burger van Utrecht, verklaart d, at Nicolaes de Weldige hem, vanwege de heer</p> <p>van IJsselstein, 100 pond tou, rnoois, d.w.z. de helft van diens schuld, betaald heeft., 1335: Dirk Lam, burger van .., verklaart dat heer Gijsbert, heer van IJss, elstein, hem zijn schuld betaald hee</p> <p>ft., 2.4.1336: Jan, bisschop van Utrecht, belooft heer Gijsbert, heer van IJss, elstein, de 200 pond zwarte tournooisen, door deze uitgegeven voor het hu, is ten Oude Geijn, binnen twee maanden na aan</p> <p>maning te betalen, terwijl b, ij niet-betaling heer Gijsbert het huis Stoutenburg met het schoutambt v, an Amersfoort zal, behouden, totdat hij betaald is. Op 18.11.1338 instrumenteren de notariss, en</p> <p>Jacob van Hole en Hubert Budel, dat Jan, bisschop van Utrecht, het kas, teel Stoutenburch en het schoutambt en baljuwschap van Amersfoort en Eeml, and verpand heeft aan heer Arnold van IJsselstein vo</p> <p>or 4.000 pond zwarte, tournooisen., 6.4.1336: Wouter van Voorschoten verklaart dat Nicolaes de Weldige hem na, mens de heer van IJsselsteijn 40 pond tournoois betaald heeft., 14.5.1336: Priorin en con</p> <p>vent van Vrouwenclooster verklaren dat heer Gijs, bert, heer van IJsselstein, haar onverplicht aarde voor haar dijk bij de, IJsseldam verstrekt heeft, zonder hiermee een antecedent te haren gunste, te</p> <p>hebben geschapen., 22.1.1337: Hendrik van (den) Rijn, knaap, belooft heer Gijsbert, heer v, an IJsselstein, schadeloos te houden van zijn borgtocht voor 216 pond zwa, rte tournooisen, die hij schuldi</p> <p>g is aan jonkvrouw Fouse, dochter van Joh, an van den Vene., 8.3.1337: Dirk Cortehose, burger van Utrecht, verklaart dat Nicolaes de W, eldige hem 42 pond, 14 schellingen tournoois heeft betaald in mi</p> <p>ndering v, an de schuld, die heer Gijsbert, heer van IJsselstein, heeft aan Wouter v, an Voorschoten, zwager van Dirk, en aan hemzelf., 12.8.1337: Jan van Henegouwen beleent Hildegond Brandsdochter va</p> <p>n den Ven, e, op verzoek van heer Gijsbert, heer van IJsselstein, met 12 en 4 en e, en halve morgen land in Benschop, nu door Gijsbert in leen gehouden, te e, rven door de oudste zoon of dochter van G</p> <p>ijsbert en Hildegonde., 15.8.1338:Gijsbert, heer van IJsselstein, Arnold, en Otte, zijn zoons, ri, dders, Sweder, heer van Abcoude, Gijsbert, ridder, en Jan, knaap, zijn zo, ons, verbinden zich tot on</p> <p>derlingesteun en nemen tot scheidsrechters bij, eventuele geschillen Jan van Broechusen en Herman van der Strijp en als o, pperscheidsman de heer van Arkel, terwijl zij overeenkomen niets te onder, ne</p> <p>men tegen de graaf van Holland, die van Gelre, heer Jan van Beaumont, of de heer van Arkel, maar wel zo nodig tegen de bisschop van Utrecht., 23.6.1339: Agnes, jonkvrouwe van Woudenberg, oorkondt, dat</p> <p>haar oom, de h, eer van IJsselstein, op haar verzoek aan haar neef, heer Herbaren van Rie, de, ridder, 3 brieven gegeven heeft, en die op haar verzoek te Jaarsveld, in ontvangst genomen heeft, betref</p> <p>fende haar lijftocht, inhoudende: bri, ef 1: van de graaf van Kleef betreffende haar lijftocht uit al het goed v, an Woudenberg; brief 2: van de graaf van Kleef dat hij na opdracht door E, lias van Wo</p> <p>udenberg(Agnesl echtgenoor), Jan van Woudenberg (Elias en Agne, sl zoon) met het goed, te Woudenberg heeft beleend, behoudens lijtocht van Elias en Agnes zelf;, brief 3: van de heer van Abcoude betref</p> <p>fende haar lijftocht aan het goed, Overlaar., 5.1.1340: Wouter van Voorschoten Gerardsz., burger te Utrecht, scheldt he, er Gijsbert, heer van IJsselstein, alles kwijt wat deze hem schuldig was, 2.11.</p> <p>1340: Otte van IJsselstein, ridder, belooft Hildegond Brands docht, er van den Vene en haar eventuele kinderen bij zijn vader, de heer van IJ, sselstein, te helpen handhaven in het bezit van de 12 en</p> <p>4 Z morgen land, in Benschop, haar gegeven door heer Jan van Henegouwen, heer van Bijamon, d, waar Otte en zijn kinderen de nahand aan hebben., 17.3.1341: Simon van der Soevendaer (Zevender?), ridder,</p> <p>baljuw van (Scho, onhoven?) en van der Goude, belooft heer Gijsbert, heer van IJsselstein,, schadeloos te zullen houden voor schade, die hem mag aankomen door zijn o, verlevering op Ls baljuws verzoe</p> <p>k aan jonkvrouwe Elsbe, Boekells zuster,, van het huis van, Boekel, hem in bewaring gegeven door heer Jan van Henegouwen, heer van Be, aumont, totdat deze voldaan zou zijn van de schuld, die Boekel aa</p> <p>n hem ha, d., 9.5.1342: Gijsbert, heer van IJsselstein, en zijn zoon Arnold, ridders, s, tichten een klooster van de CisterciUnser orde voor een abt en 12 monnik, en bij de kapel van Eiteren, stellen</p> <p>het onder de abt van Ebracum in het, bisdom Herbipolis als visitator en begiftigen het met de inkomsten van 3, altaren nl. dat van heer Nicolaaes Walter Reimboldsz., dat van heer Godfr, ied Konink van</p> <p>Amersfoort en dat van Gerard Hogeminne, zodra deze altar, en komen te vaceren, en voorts met 7 morgen in Opburen, 2 hoeven in Anker, marken in Salland bij de stad Zwolle en 2/3 van de giften van de p</p> <p>elgri, ms en andere gelovige bezoekers, terwijl bij verplaatsing van het klooste, r, alle bezit zowel roerend, als onroerend, aan de heer van IJsselstein v, ervalt., 9.8.1342: Broeder Albertus, abt va</p> <p>n het CisterciUnser klooster te Ebrac, um in het bisdom Herbipolis, belooft, op last van Reinald, abt van Morimu, ndus, een abt en 8 monniken aan te stellen in het klooster, dat tussen, nu en Omnium S</p> <p>anctorum a.s. gesticht zal worden te Eiteren bij de kapel,, waarvoor heer Gijsbert, heer van IJsselstein, en zijn zoon heer Arnold, de grond gegeven hebben, op voorwaarde dat het klooster slechts met</p> <p>toest, emming van de heer bezit binnen diens heerlijkheid kan verwerven en in ge, val van verplaatsing deze de beschikking over het gebouw en alle goeder, en krijgt., 1342: Broeder Johannes, abt van C</p> <p>ystercium, en het generaal-kapittel gee, ft allen, die het door Gijsbert van IJsselstein, ridder, zijn vrouw Bert, a, zijn oudste zoon Arnold, ridder, en diens vrouw Maria te stichten kloo, ster te Ei</p> <p>teren zullen begunstigen, fraterniteit en deelname aan de goe, de werken der orde., 7.5.1343: Paus Clemens bevetsigt op verzoek van heer Gijsbert, heer van I, Jsselstein, zijn oudste zoon Arnold en di</p> <p>ens vrouw Maria, de stichting v, an het CisterciUnser klooster te Eiteren en al wat zij, de abt van het Ci, sterciUnser klooster in het bisdom Cabilo en het generaal-kapittel hebb, en ingesteld, niett</p> <p>egenstaande er bij de stichting en de incorporatie ge, en toestemming was verleend door de bisschop en het kapittel ten Dom te U, trecht en de gift van de inkomsten der drie altaren aan het klooster u</p> <p>itg, ezonderd., 2.10.1343: Otte van IJsselstein, ridder, Nicolaes die Weldige, Willem Hae, skinensz., Johan Bloc en Willem Nicolaes Weldigensz., knapen, oorkonden d, at Hildegond Brands dochter van de</p> <p>n Vene aan heer Arnold, heer van IJssel, stein, beloofd heeft om geen geld of goed uit diens land te vervreemden,, noch zelf het land te verlaten of buiten zijn toestemming te huwen en opg, ave te doe</p> <p>n van haar bezittingen binnen- en buitensland.,</p>

Notitie

<p>Vermeld als schoonvader in 1323. Zie voor verder voorgeslacht o.m. Ned. Leeuw 1966 en het boek "Historie der Heeren van Amstel, enz." door W.A. van</p> <p>Spaen</p>

Notitie

<p>Begraven - IJsselstein</p> <p>Burial: de St. Nicolaaskerk te IJsselstein Ridder (vermeld 1290-1342); heer van Benschop (1293, 1314) en van IJssels tein (1309, 1313). Maarschalk van de bisschop in het Nedersticht (1297). Hij sticht</p> <p>te stad IJsselstein en de St. Nicolaaskerk aldaar in het kersp el Etteren. Hij is overleden &gt; de vermelde datum en &lt; 2 okt 1343. 15.8.1296: Gijsbert van IJsselstein ontzegt, op last van de graaf van H</p> <p>ol land, de heer van Amstel, op voorwaarde dat de graaf hem zal handhaven in het bezit van de goederen die Gijsbert?s vader, heer Arnold van Amste l, van de heer van Amstel in leen hield, ook al verzo</p> <p>ent de graaf zich m et de medeplichtigen aan de moord op zijn vader. 16.6.1299: Jan, graaf van Holland, geeft heer Wolfert van Borsele, heer v an Zandenborch, alle gerecht van Benschop en Polsbroek en</p> <p>het huis te IJs selstein. 21.5.1300: Jan, graaf van Holland, beleent zijn broer, heer Guy van Heneg ouwen (de latere bisschop van Utrecht), als met een versterfelijk leen, m et de bezittingen van Her</p> <p>man van Woerden, Gijsbert van Amstel, Gijsbert v an IJsselstein, Arnold van Benschop en van degene, die schuldig waren a an de dood van graaf Floris V, welke goederen gelegen zijn in het Sticht van Ut</p> <p>recht, benevens met Naardingerland, maar niet met Reigersbos in h et Amstelland of met de manschap der genoemde goederen. 6.1.1309: Willem, graaf van Holland, beleent op verzoek van Guy, bissch op van</p> <p>Utrecht, Gijsbert van IJsselstein en zijn zoon Arnold met het hu is te IJsselstein en het goed dat Gijsbert?s vader, heer Arnold van Amste l, van de graven van Holland in leen hield, met de bepaling</p> <p>dat bij eerd er overlijden van Arnold de kinderen van hem en zijn vrouw Maria het zull en erven. 7.1.1309: Akte van bevestiging door Gijsbert van IJsselstein van zijn bel ening door graaf Willem III m</p> <p>et zijn huis te IJsselstein en zijn leengo ed ten Gein, in Rijpikkerwaard, Benschop, Polsbroek, Hoenkoop en Blokland . 27.8.1310: Gijsbert van IJsselstein, ridder, beleent Gerard van Voorne, w ijlen L</p> <p>ambert Spijkersz., met 1 hoeve land aan de Achtersloot, die te le en werd gehouden van Arnold van Amstel, broer Gijsbert, als met een onver sterfelijk leen. 14.10.1310: Guy, bisschop van Utrecht, verl</p> <p>eent IJsselstein het recht dr ie jaarmarkten jaarlijks te houden en belooft de bezoekers bescherming en vrijgeleide. 7.6.1311: Barend van Doornwaard en zijn vrouw Agnes van Meerlo (kleindoch ter van J</p> <p>an van Meerlo), verkopen heer Gijsbert van IJsselstein, ridder, hun gerecht met tiende en tijns in Meerlo, zoals Agnes? voorouders en z ij zelve het van het kapittel van Oudmunster hadden, voorts het</p> <p>goed de W ulvenskamp en een halve hoeve land aan de Achtersloot, de oude hofstede M eerlo, gelegen op het oude land van Meerlo in heer Gijsberts gerecht, 2 m orgen aldaar bij de Holenkamp, de Uitwegs</p> <p>akker en 1 &frac12; morgen aldaar bene vens 4 morgen aan de Maarne in het gerecht van Sweder van Montfoort. Zul ks wordt op dezelfde dag bevestigt door de proosten van de dom, Oudmunste r, St. Marie en St.</p> <p>Jan. Op 10.6.1311 verzoekt Agnes bisschop Guy, Gijsbe rt van IJsselstein met deze goederen (behalve de goederen in Meerlo) te b elenen, wat de bisschop op 8.7.1311 doet. Voornoemde Agnes van Meerlo ge</p> <p>e ft op 10.6.1311 al haar goed, gerechten, tijns en tiende in Meerlo in erf pacht aan heer Gijsbert, heer van IJsselstein, zoals haar voorouders en z ij zelve het van het kapittel van Oudmunster in er</p> <p>fpacht hadden. Op 14.4. 1313 wordt deze laatste verkoop door deken en kapittel van Oudmunster bev estigt. 14.8.1311: Gijsbert van IJsselstein, ridder, en Berte, zijn vrouw, wijz en hun kinderen Arnold</p> <p>, Otto, Herberen, Johan, Willem en Agnes hun erfde el toe. 30.4.1312: Willem, heer Everard Jongenzn., beleent heer Gijsbert, heer v an IJsselstein, met de Poelwaard, die hij zelf in leen houdt van de</p> <p>her en van Hagestein. 21.7.1313: Willem, graaf van Holand, beleent heer Gijsbert van IJsselstei n, ridder, en zijn zoon Arnold, met het huis te IJsselstein en met al w at heer Gijsbert?s vader, heer A</p> <p>rnold van Amstel, van de graven van Holla nd in leen hield, behalve 15 morgen in Hoenkoop, die hij hem in eigendom geeft in ruil voor het land van Jan van Houte aan de gracht van IJsselste in. 1.11.13</p> <p>13: Gijsbert, heer van IJsselstein, en Gerrit van den Vliet, ridde rs, geven aan de buren van Polsbroek een watergang. 5.7.1314: Willem, graaf van Holland, beleent heer Gijsbert, heer van IJss elstein</p> <p>, jaarlijks met een hert uit de grafelijke hout te Haarlem. 10.7.1314: Guy, bisschop van Utrecht, oorkondt, dat heer Gijsbert, heer v an IJsselstein, van hem in leen heeft ontvangen al wat hij in leen</p> <p>plac ht te houden van zijn oom, heer Gijsbert, heer van Amstel, en vervolgens van het Sticht, nl. gerecht en tienden van Benschop met de kerkgift, 32 m orgen land liggende aan de oude hofstede aldaar</p> <p>en gerecht en tienden v an Noord Polsbroek. 21.1.1316: Gijsbert, heer van IJsselstein, en zijn zoon Arnold, ridder, v erklaren Gijsbert van den Bosch 900 pond zwarte tournooizen schuldig te z ijn, te</p> <p>betalen uit de opbrengst van de momberschap over Gijsberts nicht Lijsbeth, dochter van wijlen Egbert van den Bosch. Bij kinderloos overlij den van Herberen, zoon van Gijsbert van IJsselstein, of van</p> <p>Lijsbeth, Her beren aanstaande vrouw, voor haar 15de jaar (ze is nu 9), zal Gijsbert v an den Bosch dat wat hij meer ontvangen zal hebben van de 900 pond dan Gi jsbert van IJsselstein aan rente van he</p> <p>t momberschap geiind heeft, terugb etalen. 21.3.1318: Willem, graaf van Holland, beleent Gijsbert, heer van IJsselst ein, ridder, met het gerecht en de tienden van Benschop, 32 morgen land, grenzende</p> <p>aan de oude hofstede aldaar, de kerkgift, gerecht en tienden in Polsbroek aan de Noordzijde, het halve gerecht en de halve visserij in Oudburen, afkomstig van de heren van Amstel. 2.5.1318: Gijsbert,</p> <p>heer van IJsselstein, ridder, geeft aan Jan van den Z ande, wijlen Hubrechtsz., 12 morgen land te Schalkwijk. 5.9.1318: Willem, graaf van Holland, beleent Berte, vrouw van Gijsbert, h eer van IJsselst</p> <p>ein, met de tienden van Benschop en die in Polsbroek, bei de aan de Noordzijde, haar door Gijsbert als lijftocht toegewezen. 3.7.1319: Deken en kapittel van St. Marie te Utrecht keuren de stichting do</p> <p>or heer Gijsbert, heer van IJsselstein, goed, van 3 altaren van het hei lige kruis, de heilige maagd en Jan de doper in de kerk van IJsselstein en stemmen erin toe, dat Gijsbert het collatierecht daar</p> <p>over hebben zal, doch behouden zelf het collatierecht van de kerk. 7.11.1319: Otto, heer van Kuijc, beleent Gijsbert, heer van IJsselstein, met een vrije heerlijkheid gelegen aan de oevers van de IJss</p> <p>el, zich uits trekkende aan de ene zijde van Opburen tot Snoedelhoeke, op de andere v an den Ouden Gheijne tot Fellenoerde, met alles wat er toe behoort (zoa ls de visserij en de aanslibbing in de IJs</p> <p>sel), zoals Gijsbert?s ouders d ie van Otto?s ouders als Stichts leen bezaten, terwijl het sticht Utrec ht het als rijksleen houdt. Het betreft dus een achterleen van het Stich t. Toen echter Otto van</p> <p>Kuijc dringend om geld verlegen zat, wist graaf W illem III van Holland van de situatie gebruik te maken. In 1319, of kort daarna, heeft Otto van Kuijc Stichtse leengoederen langs de Hollandse IJs se</p> <p>l, in de buurt van Oudegein, aan de graaf van Holland verkocht, waarm ee hij eerder Gijsbert van IJsselstein beleend had. Nadat Otto het leen a an de graaf van Holland had verkocht, beleende deze op z</p> <p>ijn beurt Gijsbe rt van IJsselstein ermede. 17.10.1321: Akte van toezegging door Gijsbert, heer van IJsselstein, Arno ld van IJsselstein, zijn zoon, ridders, Jan van IJsselstein, kanunnik v an St. Mar</p> <p>ie te Utrecht, Willem van IJsselstein, kanunnik ten dom te Utre cht, en Otto en Herbaren van IJsselstein, broers, van bijstand aan graaf Willem III met het huis te IJsselstein en hun andere leengoed v</p> <p>an Holla nd en Amstel. 16.2.1322: Otto, heer van Buren, belooft heer Gijsbert van IJsselstein, r idder, schadeloos te houden van zijn borgtocht voor 11.264 pond, die hij schuldig is aan Jan van Halen.</p> <p>26.10.1324: Jan, bisschop van Utrecht, beveelt de heer van IJsselstein, om het hoog gerecht van de heren van Oudmunster in de Achtersloot van zij nentwege uit te oefenen. 24.6.1325: Hubert de Schenk,</p> <p>knaap, belooft heer Gijsbert, heer van IJsse lstein, schadeloos te houden van zijn borgtocht van 300 pond jaarlijks, d ie hij zijn leven lang moet betalen aan deken en kapittel van St. Jan te Utrecht</p> <p>. 11.5.1326: Margriet, jonkvrouwe van den Goije, vrouw van Hendrik van de L eck, beleent Willem, heer Everard Jongenzn. met de Poelwaard gelegen naa st IJsselstein en met 20 morgen land in de waard, g</p> <p>elegen bij Eiteren ovd er de IJssel aan de oostzijde, waarna Willem, heer Everard Jongenzn., he er Gijsbert, heer van IJsselstein, met de Poelwaard beleent. 25.4.1327: Willem, graaf van Holland, belee</p> <p>nt heer Gijsbert, heer van IJs selstein, ridder, met het goed, dat hij van de heer van Kuijc in leen hie ld. 31.7.1327: Jan, bisschop van Utrecht, verklaart dat de heer van IJsselste in en zijn lieden</p> <p>uit gunst en niet van rechtswege de laatste oplage in de Lekdijk bij Schoonhoven hebben helpen maken. 30.7.1328: Buren van Benschop oorkonden, dat tal van personen beloofd heb ben aan heer Gijsbert,</p> <p>heer van IJsselstein, niet zonder zijn toestemmi ng elder burger te worden. 2.3.1330: Gijsbert, heer van IJsselstein, wijst goederen, merendeels in h et land van IJsselstein gelegfen, aan, waaruit zij</p> <p>n schuld aan Gelis van Lochorst, bedragende 1.650 pond zwarte tournooisen, en een even grote sch uld aan Herman van der Strijpen en Steven Hendriksz. van Bouchout, betaa ld zullen worden. 17.2.1331: J</p> <p>an, bisschop van Utrecht, geeft de burgers van IJsselstein to lvrijheid voor de sluis te Geijn. 5.3.1334: Gerrit van den Vene, burger van Utrecht, verklaart dat Claes de Weldige hem, namens de heer va</p> <p>n IJsselstein, een schuld, groot 50 po nd tournoois, betaald heeft. 18.11.1334: Steven(?) van Bosinchem, knaap, verklaart dat Nicolaes de Wel dige, namens de heer van IJsselstein, hem 100 pond tournoo</p> <p>is, d.w.z. de h elft van diens schuld, betaald heeft. 11.3.1335: Heer Jan Vlaminc verklaart, dat Nicolaes de Weldige hem name ns de heer van IJsselstein 100 pond betaald heeft ten behoeve van heer Ar</p> <p>nold van IJsselstein. 1.12.1335: Gerrit van den Vene, burger van Utrecht, verklaart dat Nicola es de Weldige hem, namens de heer van IJsselstein, 33 en 8 schellingen to urnoois betaald heeft. 16.12.13</p> <p>35: Jan Meynard heer Wijbrandsz., burger van Utrecht, verklaart d at Nicolaes de Weldige hem, vanwege de heer van IJsselstein, 100 pond tou rnoois, d.w.z. de helft van diens schuld, betaald heeft. 133</p> <p>5: Dirk Lam, burger van .., verklaart dat heer Gijsbert, heer van IJss elstein, hem zijn schuld betaald heeft. 2.4.1336: Jan, bisschop van Utrecht, belooft heer Gijsbert, heer van IJss elstein, de 200</p> <p>pond zwarte tournooisen, door deze uitgegeven voor het hu is ten Oude Geijn, binnen twee maanden na aanmaning te betalen, terwijl b ij niet-betaling heer Gijsbert het huis Stoutenburg met het schouta</p> <p>mbt v an Amersfoort zal behouden, totdat hij betaald is. Op 18.11.1338 instrume nteren de notarissen Jacob van Hole en Hubert Budel, dat Jan, bisschop v an Utrecht, het kasteel Stoutenburch en het sch</p> <p>outambt en baljuwschap v an Amersfoort en Eemland verpand heeft aan heer Arnold van IJsselstein vo or 4.000 pond zwarte tournooisen. 6.4.1336: Wouter van Voorschoten verklaart dat Nicolaes de Weldige</p> <p>hem na mens de heer van IJsselsteijn 40 pond tournoois betaald heeft. 14.5.1336: Priorin en convent van Vrouwenclooster verklaren dat heer Gijs bert, heer van IJsselstein, haar onverplicht aarde voor</p> <p>haar dijk bij de IJsseldam verstrekt heeft, zonder hiermee een antecedent te haren gunste te hebben geschapen. 22.1.1337: Hendrik van (den) Rijn, knaap, belooft heer Gijsbert, heer v an IJsselstein, s</p> <p>chadeloos te houden van zijn borgtocht voor 216 pond zwa rte tournooisen, die hij schuldig is aan jonkvrouw Fouse, dochter van Joh an van den Vene. 8.3.1337: Dirk Cortehose, burger van Utrecht, verkla</p> <p>art dat Nicolaes de W eldige hem 42 pond, 14 schellingen tournoois heeft betaald in mindering v an de schuld, die heer Gijsbert, heer van IJsselstein, heeft aan Wouter v an Voorschoten, zwager van Dir</p> <p>k, en aan hemzelf. 12.8.1337: Jan van Henegouwen beleent Hildegond Brandsdochter van den Ven e, op verzoek van heer Gijsbert, heer van IJsselstein, met 12 en 4 en e en halve morgen land in Benschop, n</p> <p>u door Gijsbert in leen gehouden, te e rven door de oudste zoon of dochter van Gijsbert en Hildegonde. 15.8.1338:Gijsbert, heer van IJsselstein, Arnold, en Otte, zijn zoons, ri dders, Sweder, heer van</p> <p>Abcoude, Gijsbert, ridder, en Jan, knaap, zijn zo ons, verbinden zich tot onderlingesteun en nemen tot scheidsrechters bij eventuele geschillen Jan van Broechusen en Herman van der Strijp en als o pp</p> <p>erscheidsman de heer van Arkel, terwijl zij overeenkomen niets te onder nemen tegen de graaf van Holland, die van Gelre, heer Jan van Beaumont of de heer van Arkel, maar wel zo nodig tegen de bisschop</p> <p>van Utrecht. 23.6.1339: Agnes, jonkvrouwe van Woudenberg, oorkondt, dat haar oom, de h eer van IJsselstein, op haar verzoek aan haar neef, heer Herbaren van Rie de, ridder, 3 brieven gegeven heeft, e</p> <p>n die op haar verzoek te Jaarsveld in ontvangst genomen heeft, betreffende haar lijftocht, inhoudende: bri ef 1: van de graaf van Kleef betreffende haar lijftocht uit al het goed v an Woudenberg; brie</p> <p>f 2: van de graaf van Kleef dat hij na opdracht door E lias van Woudenberg(Agnes? echtgenoor), Jan van Woudenberg (Elias en Agne s? zoon) met het goed te Woudenberg heeft beleend, behoudens lijtocht v</p> <p>an Elias en Agnes zelf; brief 3: van de heer van Abcoude betreffende haar lijftocht aan het goed Overlaar. 5.1.1340: Wouter van Voorschoten Gerardsz., burger te Utrecht, scheldt he er Gijsbert, heer v</p> <p>an IJsselstein, alles kwijt wat deze hem schuldig was 2.11.1340: Otte van IJsselstein, ridder, belooft Hildegond Brands docht er van den Vene en haar eventuele kinderen bij zijn vader, de heer van IJ</p> <p>sselstein, te helpen handhaven in het bezit van de 12 en 4 &frac12; morgen land in Benschop, haar gegeven door heer Jan van Henegouwen, heer van Bijamon d, waar Otte en zijn kinderen de nahand aan hebben. 1</p> <p>7.3.1341: Simon van der Soevendaer (Zevender?), ridder, baljuw van (Scho onhoven?) en van der Goude, belooft heer Gijsbert, heer van IJsselstein, schadeloos te zullen houden voor schade, die hem mag a</p> <p>ankomen door zijn o verlevering op ?s baljuws verzoek aan jonkvrouwe Elsbe, Boekel?s zuster, van het huis van Boekel, hem in bewaring gegeven door heer Jan van Henegouwen, heer van Be aumont, totdat d</p> <p>eze voldaan zou zijn van de schuld, die Boekel aan hem ha d. 9.5.1342: Gijsbert, heer van IJsselstein, en zijn zoon Arnold, ridders, s tichten een klooster van de Cisterci&euml;nser orde voor een abt en 1</p> <p>2 monnik en bij de kapel van Eiteren, stellen het onder de abt van Ebracum in het bisdom Herbipolis als visitator en begiftigen het met de inkomsten van 3 altaren nl. dat van heer Nicolaaes Walter Rei</p> <p>mboldsz., dat van heer Godfr ied Konink van Amersfoort en dat van Gerard Hogeminne, zodra deze altar en komen te vaceren, en voorts met 7 morgen in Opburen, 2 hoeven in Anker marken in Salland bij de</p> <p>stad Zwolle en 2/3 van de giften van de pelgri ms en andere gelovige bezoekers, terwijl bij verplaatsing van het klooste r, alle bezit zowel roerend, als onroerend, aan de heer van IJsselstein v erval</p> <p>t. 9.8.1342: Broeder Albertus, abt van het Cisterci&euml;nser klooster te Ebrac um in het bisdom Herbipolis, belooft, op last van Reinald, abt van Morimu ndus, een abt en 8 monniken aan te stellen in het</p> <p>klooster, dat tussen nu en Omnium Sanctorum a.s. gesticht zal worden te Eiteren bij de kapel, waarvoor heer Gijsbert, heer van IJsselstein, en zijn zoon heer Arnold de grond gegeven hebben, op voorwaa</p> <p>rde dat het klooster slechts met toest emming van de heer bezit binnen diens heerlijkheid kan verwerven en in ge val van verplaatsing deze de beschikking over het gebouw en alle goeder en krijgt. 1342</p> <p>: Broeder Johannes, abt van Cystercium, en het generaal-kapittel gee ft allen, die het door Gijsbert van IJsselstein, ridder, zijn vrouw Bert a, zijn oudste zoon Arnold, ridder, en diens vrouw Maria t</p> <p>e stichten kloo ster te Eiteren zullen begunstigen, fraterniteit en deelname aan de goe de werken der orde. 7.5.1343: Paus Clemens bevetsigt op verzoek van heer Gijsbert, heer van I Jsselstein, zijn o</p> <p>udste zoon Arnold en diens vrouw Maria, de stichting v an het Cisterci&euml;nser klooster te Eiteren en al wat zij, de abt van het Ci sterci&euml;nser klooster in het bisdom Cabilo en het generaal-kapittel he</p> <p>bb en ingesteld, niettegenstaande er bij de stichting en de incorporatie ge en toestemming was verleend door de bisschop en het kapittel ten Dom te U trecht en de gift van de inkomsten der drie altare</p> <p>n aan het klooster uitg ezonderd. 2.10.1343: Otte van IJsselstein, ridder, Nicolaes die Weldige, Willem Hae skinensz., Johan Bloc en Willem Nicolaes Weldigensz., knapen, oorkonden d at Hildegond Brand</p> <p>s dochter van den Vene aan heer Arnold, heer van IJssel stein, beloofd heeft om geen geld of goed uit diens land te vervreemden, noch zelf het land te verlaten of buiten zijn toestemming te huwen en o</p> <p>pg ave te doen van haar bezittingen binnen- en buitensland. (SOUR: 1 TEXTGomes)</p>

Notitie

<p>Gijsbrecht van Amstel, later Gijsbrecht van IJsselstein (ca. 1260? - 1342 of 1343) was een telg uit het geslacht van Amstel.</p> <p>&nbsp;</p> <p>Hij was de oudste zoon van Arnoud van Amstel, heer van Benschop en Noord-Polsbroek, heer van IJsselstein en maarschalk van de bisschop van het Sticht Utrecht en Johanna van IJsselstein. Gijsbrecht erfde deze titels van zijn vader. Hij trouwde rond 1280 met Bertha van Heukelom; uit het huwelijk werden zeven kinderen geboren: Arnold, Otto, Herberen, Johan, Willem, Agnes en een (naamloze) dochter. Hij nam de naam Van IJsselstein aan en veranderde het familiewapen, dat later ook het wapen van de stad IJselstein zou worden.</p> <p>&nbsp;</p> <p>Gijsbrecht van IJsselstein kwam in problemen toen in 1296 enkele edelen Floris V, de graaf van Holland, wilden ontvoeren, maar zich genoodzaakt zagen de graaf te doden. Onder de samenzweerders waren Gijsbrechts oom (de door Joost van den Vondel onsterfelijk gemaakte) Gijsbrecht IV van Amstel en zijn eigen broer Arnold van Benschop; Gijsbrecht werd verdacht van medeplichtigheid. In de verwarring die door de moord was ontstaan, was de strijd tussen Holland en het Sticht opgelaaid, waarbij Gijsbrecht de kant van het Sticht koos. De Hollanders namen hem gevangen en belegerden het kasteel van IJsselstein, dat verdedigd werd door zijn vrouw Bertha. Na een jaar gaf ze zich over aan de belegeraars. Gijsbrecht was al zijn goederen kwijt. Uiteindelijk zouden ze toevallen aan de bisschop van het Sticht, Gwijde van Avesnes, de broer van de nieuwe graaf van Holland, Jan I van Henegouwen</p> <p>&nbsp;</p> <p>Toen in 1308 Gijsbrechts oudste zoon Arnold trouwde met Guys dochter Maria van Henegouwen, kreeg Gijsbrecht zijn leengoederen terug. Gijsbrecht kreeg toestemming van de bisschop om in IJsselstein een parochiekerk te bouwen. Deze St. Nicolaaskerk werd in 1310 ingewijd. Zo groeide onder Gijsbrechts bestuur IJsselstein uit van een kasteel met wat boerderijen tot een stad.</p> <p>&nbsp;</p> <p>Gijsbrecht overleed in 1342 of 1343 en werd door zijn zoon Arnold opgevolgd als heer van IJsselstein.</p>