Interactieve boom van Amalberga der Vandalen

Arnold (Arnoldus, Arnoald, Arnulf) van Metz 552–611

Oda van Zwaben ( von Schwaben) 571–640

Erchinoald van Alemania 580–658

Leutsinde NN –

Blithildis (Blichide) van Soissons 536–612

Ansbertus van Alemania 515–587

Bertha van Kent 539–612

Charibert I van Parijs 521–567

Ingoberga van Bourgondië 520–589

Gunthram, koning van Bourgondië 532–592

Theudebert II van Austrasië 586–612

Childebert II van Austrasië 570–595

Sigibert I, koning Sigebert van Austrasië (van Metz) 535–575

Brunhilde van de Visigoten 534–613

Chilperik der Merovingen 538–584

Ingund van Thuringen 499–563

Chlotarius I (de Oude) der Franken 497–561

Amalfried van Thüringen 490–565

Gaila (Appia) Galia van Friuli 585–

Garibald II Van Beieren 585–630

Gisulf II van Friuli 563–610

Rosmilde van Beieren 567–610

Grasulf I van Friuli 531–590

Alboin van de Lombarden –573

Rodelinde van Thüringen 511–

Audoin van de Lombardije 511–565

Amalberga der Vandalen 480–540

Baderic van Thuringen 480–529

Hermenfried van Thüringen 459–534

Thrasamund der Vandalen 465–522

Amalfrieda Balthes der Ostrogothen 465–526

Bisinus (Basinus II) van Thüringen 440–505

Menia der Langobarden 440–480

Basina Andovera van Keulen 438–499

Basinus I van Thüringen 395–455

Basina van Saksen 408–476

Weldelphus (Koning van Thüringen) van Thüringen 365–408

Amalberge der Ostrogothen 370–443

Wittichus der Saksen 336–384

Basinus I van Thüringen 395–455

Basina van Saksen 408–476

Weldelphus (Koning van Thüringen) van Thüringen 365–408

Amalberge der Ostrogothen 370–443

Wittichus der Saksen 336–384

Bisinus (Basinus II) van Thüringen 440–505

Menia der Langobarden 440–480

Basina Andovera van Keulen 438–499

Basinus I van Thüringen 395–455

Basina van Saksen 408–476

Weldelphus (Koning van Thüringen) van Thüringen 365–408

Amalberge der Ostrogothen 370–443

Wittichus der Saksen 336–384

Basinus I van Thüringen 395–455

Basina van Saksen 408–476

Weldelphus (Koning van Thüringen) van Thüringen 365–408

Amalberge der Ostrogothen 370–443

Wittichus der Saksen 336–384